CMP, een Canadian Military Pattern truck

 

De CMP 3 tonner in de uitvoering als voertuig voor de algemene dienst

Na de terugtrekking van de geallieerde legers in 1940 uit Duinkerken, zijn er grote hoeveelheden militair materieel op de Franse stranden achtergebleven. Zo ontstond er een acute militaire noodzaak deze verliezen zo snel als mogelijk met nieuwe voertuigen te compenseren. Als gevolg van de al enige jaren durende economische depressie is er in Amerika en Canada bij Chevrolet, GM, Ford, Dodge en Chrysler een terugval in de vraag naar civiele vrachtwagens te zien wat zorgt voor veel overcapaciteit in de autofabrieken. De Grote Amerikaanse fabrieken van Dodge en Ford lagen ten zuidoosten van Detroit, net in Canada, en Chevrolet had een grote fabriek in Oshawa aan de kust van het Lake Ontario. Door het ontstane acute tekort aan militaire voertuigen kwam een intensieve samenwerking tussen Chevrolet en Ford op het gebied van ontwerp en productie van onderdelen opgang en maakte een sterke stijging van de militaire voertuigproductie in korte tijd mogelijk en konden de ontstane tekort snel op gevuld worden.

Bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog was een groot deel van de Canadese productiecapaciteit voor automobielen al in gebruik voor het maken van militaire voertuigen. De meeste CMP voertuigen kwamen uit de fabrieken van CMP, wat staat voor Canadian Military Pattern truck, was het resultaat van een Brits-Canadees samenwerking verband. In de oorlog zijn bijna 400.000 exemplaren van deze klasse van de lopende band gerold… Zo leverde Canada ook voertuigen in bouwpakketten aan andere Britse Gemenebest landen die ze lokaal, eventueel met lokale toeleveranciers, assembleerden. Van alle geproduceerde vrachtwagens in Canada, was het aandeel van de CMPs ongeveer 50%. De meest voorkomende CMP was de 4×4 vrachtwagen met een toegestaan maximaal laadvermogen van 3 ton (inclusief de modellen C60S, C60L, F60S en F60L). Van deze versie zijn 209.000 stuks gefabriceerd. Verder zijn ongeveer 9.500 4×4 chassis gebruikt voor de bouw van pantserwagens. De Canadese productie van militaire voertuigen bestond aanvankelijk uit civiele modellen aangepast voor militair gebruik en later uit specifiek voor het leger ontwikkelde modellen. De aangepaste civiele voertuigen kregen een sterker chassis, grotere banden en een simpelere bestuurderscabine. CMP voertuigen kregen het stuur aan de rechterkant, naar Brits gebruik, terwijl in Canada het stuur aan de linkerzijde de norm was. De nadruk lag op middelzware modellen. De jeep met een laadvermogen van 0,25 ton rolde in grote aantallen uit de Amerikaanse fabrieken en de zware vrachtwagens, met meer dan 3 ton laadvermogen, werden ook in de Verenigde Staten geproduceerd. Tot 1 september 1945 zijn in totaal 857.970 militaire voertuigen geproduceerd in Canada. Hiervan waren 338.299 exemplaren 4×2 voor militaire doeleinden aangepaste civiele voertuigen; 390.273 stuks 4×4, 4×4, 6×6 en 6×6 speciaal voor het leger ontwikkelde voertuigen, de CMPs; 50.241 gepantserde wiel- en rupsvoertuigen en ten slotte 19.663 aanhangwagens (ook CMPs). Na de oorlog zijn veel CMP vrachtwagens in gebruik gebleven, waaronder in Nederland, België, Denemarken, Noorwegen, Portugal, Spanje. Buiten Europa waren landen als Zuid-Afrika, Argentinië, Jordanië, Vietnam en Maleisië. Veel voertuigen zijn direct na de oorlog overgegaan naar civiele bedrijven. De Artitec CMP is naar voorbeeld van een Chevrolet CMP 3T. De bouw van de verschillende opbouwen werd uitgevoerd door subcontractors. Zo ontstond een uitgebreide variatie aan CMP’s waaronder een general service (GS), dumper en takelwagen

. Gegevens komen van Artitec en Wikipedia

In de “Oost” kon de KNIL =het Nederlandse leger= beschikken over deze CMP pantserwagens

De CMP als Wrecker met  cabine 12. Voertuig is hier in particulier bezit, zie het civiele kenteken.

De bouw van het bouwpakket

Het Artitec bouwpakket van de CMP Wrecker. De onderdelen zijn hier al ontvliest en van ongerechtigheden ontdaan.

De door Artitec mee geleverde werktekening

Uitvergrote tekening van de meegeleverde etsdelen.

Het uitgeknipte raamwerk op zijn plaats gezet. Onderdeel moet twee maal gebogen worden op de buiglijn. Let op; de frontramen staan redelijk achterover!

De achterruit is ook uitgenomen en moet nog wat nabewerking hebben.

 

Het etswerk is zo fragiel dat het gemakkelijk vervormd

De messing onderdelen worden volgens de tekening geplaatst.

De tweemaal gevouwen achterspatborden op hun plaats

Het dak met daar boven de nog te plaatsen etsdelen in de fret.

De onderzijde van de wagen en de kabelrollen in het zwart gezet

Zo geverfd ziet het er niet uit, maar het zal later wel weer goed komen.

15 De meeste etsdelen staan op hun plaats zodat het al ergens op begint te lijken

Banden en wielen geverfd. Nu is te zien dat de wielen niet helemaal je dat zijn! Zij zijn meer ovaal dan rond. Hier moet ik echt mee terug naar Artitec!

Na de assemblage is het tijd om enkele delen in de grondverf te zetten.

A-frame en zijspiegels geplaatst

Nog in de grondverf.

De twee kraanarmen, of hoe deze ook mogen heten, op hun plaats gezet. Armen zijn vast gefixeerd en het potlood dient als afstand en ondersteuning

De armen staan in deze positie nog te ver uit elkaar. Volgens het grootbedrijf is dat nou net niet de bedoeling

Dit is meer de bedoeling en het ziet er gelijk een stuk beter uit.

De rigging aangebracht.

De eerste zwarte wash aangebracht

Beetje opgedroogd en een strop voor de haken aangebracht. Als er wat kracht op de rigging komt te staan dan trekken deze vanzelf strak aan.

Even voor het zicht de wielen aangebracht. Heb een mailtje naar Artitec gestuurd voor nieuwe wielen. Afwachten dus.

De decals moeten nog aangebracht worden en een droge kwast met wit moet de details nog wat ophalen. Zijde glans vernis moet de finish touch zijn.

Besloten om er gezien zijn verbleekte uiterlijk er maar een “echte”Dump truck van te maken.

de Dumper bij de dump.. Decals en nummer uit zijn actieve diensttijd zijn blijven zitten, alleen de nummerplaat is veranderd.

Die vervelende vent met zijn camera blijf je maar voor de voeten lopen.

Het is een Engelse wagen (verkeerd stuur) dus de nummerplaat zit ook aan de verkeerde kant voor onze begrippen. De haken bevallen mij nog niet. Beetje speelgoedachtig. Gaan we ook nog eens veranderen.

 

terug naar Militaire bouwprojecten