Hellingwagen Dienst Materieel Landmacht

 

 

In de jaren 50 t/m 90 van de vorige eeuw was de Koude Oorlog op het Europese vasteland op zijn hoogtepunt. Het Pentagon, en het vrije Westen, verwachten in de loop van de jaren zestig, dat het Warschaupact mogelijke de buurt van Fulda eerste aanval zou inzetten. Vanuit deze situatie had NS, samen met Defensie, een “oorlogsspoorboekje” samengesteld voor het geval rups per rail, en wiel per weg werkelijkheid zou worden. De Nederlandse Spoorwegen zijn wettelijk verplicht om in deze onplezierige tijden Defensie voorrang te geven boven al het andere spoorwegverkeer. In die jaren vlak na de 2e wereldoorlog beschikte het Nederlandse leger alleen over oude Amerikaanse Sherman- en van de Britten overgenomen Centuriontanks. Voor 1968 was Defensie voor het transport van militaire voertuigen per trein van de Nederlandse tankbataljons naar het Oosten afhankelijk van wat de Deutsche Bundesbahn aan plattewagens voor dit zware vervoer beschikbaar wilde stellen. Om niet afhankelijk van de DB te zijn bestelde Defensie in 1968, 478 plattewagens voor zwaar militair vervoer. Deze wagens werden naar het voorbeeld van de Duitse (!) SSy45 gebouwd. De wagens kregen officieel de benaming DML; Dienst Materieel Landmacht wat in de praktijk al snel verbasterd werd tot DEMEL. Na verloop van tijd werd ook deze naam vervangen door DMKL: Dienst Materieel Koninklijke Landmacht. Uitgangspunt van defensie was dat het materieel overal in Nederland aan de bestaande laad- en losplaatsen geladen en gelost moesten kunnen worden. Helaas heeft NS in zijn vernieuwingdrift heel veel van deze kop en zij ladingen gesloten en afgebroken. Als antwoord op deze omissie liet Defensie een speciaal type wagen, de zgn. HW-DEMEL bouwen en verzon diverse constructies om van de kouwe grond op de trein te kunnen komen.

HW staat in dit geval voor HellingWagen. Van het wagentype HW-DEMEL zijn in opdracht van het Ministerie van Defensie 4 stuks gebouwd. De wagen werd gebruikt als mobiele laadplaats voor beladen van de tanktransportwagens. Het wagendek kon met 50 ton worden belast en was sterk genoeg om de Centurion te kunnen dragen. HW-DEMEL 76107 stond van 1995 tot februari 1998 in de Constant Rebeq kazerne in Acht als oefen object. Andere laadplaatsen waren in Best, ‘t-Harde en Amersfoort te vinden.

02 Onderstaande Tankbataljons gebruikten de zwaartransportwagens CT- en HW-DEMELS:

11e Tkbat                            Oirschot

41ste Tkbat                          Hohne                (BRD)

43ste Tkbat                         Langemannshof(BRD)

59steTkbat                           ’tHarde

101e Tkbat                               Soesterberg

 

En de Verkenningseenheden:

11e ZVE RHB                       Schaarsbergen     1968-1983

13e ZVE RHB                         Oirschot               1967-1983

41ste ZVE RHB                       Seedorf (BRD)   1963-1983

42ste ZVE RHB                         Nunspeet             1968-1983

43ste ZVE RHB                       ’t Harde                 1966-1983

Vr55-151. Bedieningsvoorschriften

 

04 Vr55-151/2

Wie en wat kan je beter aan het woord laten als een oud beroepsmilitair die veel met deze wagens gewerkt heeft. Hieronder het relaas van Hans Steenmetz Ritmeester (bd) der Cavalerie. Traditie Officier voormalig 1e Regiment Huzaren en Regiment Huzaren van Sytzama;

Als oud Beroepsmilitair heb ik met zo’n hellingwagen meerdere malen gewerkt. In een eerder bericht van Hans Reints in de Railhobby, schrijft hij bij een van de foto’s dat het hier een nieuw project betreft gezien de vele (dure) mannen. Dat is onjuist. Het enige nieuwe is het stootblok van beton waar de hellingwagen tegenaan is geparkeerd en door de locomotief stabiel wordt gehouden. Dit raccordement was speciaal aangelegd voor het laden van de rupsvoertuigen uit de Legerplaats Oirschot. De twee buffers aan de linker zijkant komen van de hellingwagen en niet van het betonnen stootblok. De wagon werd gekoppeld achter de trein bij (sommige) verplaatsingen. Deze werd na lossing op het raccordement gewoon achtergelaten en niet steeds weer meegenomen. Op de loslocatie werd met een speciaal onder de wagen gemonteerd dommekracht systeem eerst de wagen een stukje opgetild zodat het achterste wielstel onder de wagen uit gereden kon worden en naast het spoor geplaatst. Elke as zit met de aspotten, scheenplaten en (hand)rem in een soort van draaistel opgesloten. Hierna kon de laadvoer dan zakken tot op rail niveau. Vervolgens werd de bufferbalk op de rails gezet en de buffers naar de zijkant weggedraaid. Deze rails moesten worden opgestopt met bielzen zodat de rupsen van de voertuigen ze niet konden ontwrichten. Om die reden is er een betonnen oprit gemaakt. Na gebruik was er een door het manoeuvreren van de rupsvoertuigen veel ravage aangericht en dat betekende veel werk voor de nablijvers. Het lossen van de Leopard met/op de HV-Demel was bij de ontwikkeling meegenomen; de tank kon (op de wagen) om zijn eigen middelpunt draaien en zijdelings van de wagon springen. Dat konden de WO II Pantsers van de Duitsers overigens ook. De Centurions konden dat niet. De Demels hadden daarvoor aan de uiteinden van de laadvloer stempels gemonteerd, die op de rails uitgedraaid voor een vaste stabiliteit zorgden. Erg veel voorbereiding voor een snelle ontlading. Persoonlijk heb ik meerdere malen met de hellingwagen gewerkt, waarbij de geschetste bijverschijnselen niet voor de tankbemanningen(en) hoefde te worden opgelost. Station Eindhoven heeft lang zo’n hellingwagen in beheer gehad. Ik kan me nog goed herinneren dat we een grote parade moesten rijden in Amersfoort en het eskadron vanuit Eindhoven in Soestduinen met hellingwagen moesten lossen. Een ramp van de eerste orde. Het perron bleek te bestaan uit tussen betonnen stutten gestort leem met grind met daarop tegels. Daar moesten we overheen van de Ladingmeester van de NS. Hebt u een idee hoe dat ging? Uiteindelijk zijn we gelost in Amersfoort.

Hans Steenmetz Ritmeester (bd) der Cavalerie Traditie Officier voormalig 1e Regiment Huzaren en Regiment Huzaren van Sytzama

De HW ingereedheid gebracht voor het lossen van de op de CT-DEMEL staande Pantser.

Voor dit zware werk is de hulp van de DAF YB 626 ingeroepen.

Het wielstel is er onderuit gereden en de HW is klaar om met het lossen, cq laden te beginnen.

Hier onder volgen een serie plaatjes van de proef opstelling met de betonnen sokkel waar Ritmeester Hans Steenmetz het over gehad heeft.

 

 

 

 

 

Een alternatief voor als de HW niet beschikbaar is/was.

In de volgende aflevering gaan we in op de bouw de hellingwagen in 1 op 87