Bedrijfsgebouw voor de pompen- en compressorenfabriek van mijn station Rehbrück

Voor Alex Huijskes werd dit gebouw geplot. Hier zijn verhaal over de bouw hiervan.

 

Inhoud

  1. Inleiding
  2. De modeltekening ontstaat
  3. De bouw van het kantoorpand
  4. Het schilderen
  5. Het samenbouwen
  6. De binnenzijde
  7. De verdere afwerking

 

 Inleiding

 

Mijn station Rehbrück is gesitueerd in het voormalige Oost-Duitsland, niet ver achter het IJzeren gordijn. Ik wilde eens wat anders bouwen dan West-Duits. Een Nederlands thema vond ik bij de start, ruim 15 jaar geleden niet aantrekkelijk, want er was in die tijd te weinig Nederlands materieel verkrijgbaar. Diverse bezoeken aan het voormalige Oost-Duitsland hebben mijn aandacht in die richting gelegd. Voor vervoer en transport was de bevolking daar voor een belangrijk deel aangewezen op de trein. Dat is een mooie basis voor intensief treinverkeer. Daar komt bij dat de leefomgeving er maar langzaam veranderde, waardoor het station zonder veel concessies in tijdperk 3, 4 en 5 inzetbaar is. De uitdaging om een ‘uitgewoond’ land uit te beelden maakt de modelbouw extra boeiend. Bovendien is het geweldig om stationschef te zijn op een plaats waar ik in werkelijkheid niet zou mogen komen. En, ook niet onbelangrijk, Oost-Duits materieel in H0 is goed verkrijgbaar. De keuze voor dit thema was daarom snel gemaakt.

Behalve een intensief personenverkeer worden in Rehbrück ook heel wat goederen getransporteerd. Rond het station zijn diverse Volkseigene bedrijven en handelscoöperaties gevestigd. Een daarvan is
VEB Pumpen- und Verdichterwerk Fritz Rauschert (pompen- en compressorenfabriek). Voor dit bedrijf heb ik een kantoorpand gebouwd. De bouw hiervan wordt onderstaand beschreven. Later zullen twee andere gebouwen worden gerealiseerd: een fabriekshal voor de bouw van grotere machines en in half reliëf een pand voor het maken van kleine machines.

Het kantoorpand is een kopie van een dienstgebouw van de Deutsche Reichsbahn. Het origineel staat tegenover station Suhl in de deelstaat Thüringen en bevatte aanvankelijk dienstwoningen. Later heeft het als kantoor dienstgedaan en sinds enkele jaren is het een hostel. Via een vriend heb ik de bouwtekening uit 1914 in handen gekregen. Afbeelding 1 toont een selectie uit deze tekening. Omdat dit document niet alle benodigde informatie weergeeft, heb ik in 2012 een aantal foto’s van het gebouw gemaakt (zie afbeelding 2, 3, 4, 6 en 7). Vanwege de dichtgetimmerde ramen had ik de indruk dat het pand zou worden afgebroken, maar het is gelukkig opgeknapt en opnieuw in gebruik genomen.

De twee fabriekspanden die later gebouwd worden hebben geen exact voorbeeld. Die gebouwen krijgen stijlelementen die ook in het kantoorpand aanwezig zijn. Daarmee ontstaat een bouwkundige eenheid.

Selectie uit bouwtekening 1914

Buitenwand stationszijde

Details 1e etage

De modeltekening ontstaat

Omdat Rehbrück regelmatig getransporteerd wordt en in verschillende ruimtes wordt opgesteld, dient het bouwmateriaal zo min mogelijk last te hebben van verschillen in vochtigheid en temperatuur. Polystyreen voldoet aan die eis. Op grond van de beschikbare informatie is een AutoCAD tekening gemaakt voor de snijplotter. Getekend is in 1:100. Dat rekent gemakkelijk en sluit goed aan op de originele bouwtekening. Let wel op: om de onderdelen in de hoeken passend te maken moet voor de plaatdikte niet 0,5 mm, maar 0,435 mm worden aangehouden. Met alle lagen op elkaar gestapeld ga je dat verschil echt merken. In de eindfase van het tekenwerk heeft omrekening naar 1:87 plaats en komt de plaatdikte weer op 0,5 te staan.

 

Het is geen gemakkelijk gebouw. Voor de muren inclusief buitenrand zijn 8 lagen plastic nodig. Elke laag krijgt op bepaalde delen graveerlijnen. Daarom zijn 16 tekenlagen nodig plus enkele lagen voor hulplijnen. Voor de snij- en graveerlijnen van één plastic laag is in AutoCAD dezelfde kleur toegepast, anders zou je het overzicht verliezen. De lagen worden in de tekening op elkaar gestapeld, zoals later ook de plastic lagen worden gestapeld. Zie afbeelding 5. Alle lijnen zijn exact uitgezet met als basis coördinaat 0,0. Er is niets uit de vrije hand getekend. In een spreadsheet zijn diverse maten uitgerekend. Bijvoorbeeld voor de verticale stenen in de rand tussen begane grond en 1e etage. Na het stellen van het aantal stenen op de foto en het kiezen van een realistische steenbreedte (0,8 mm in 1:100), berekent de spreadsheet de ruimte tussen de stenen. Wanneer dat getal wordt overgenomen in de tekening (array gebruiken), komt het patroon exact uit in de hoeken. De metselaars hebben destijds een beetje geïmproviseerd, want voor elke muur bleek de berekende ruimte anders te zijn (ver achter de komma uiteraard).

AutoCAD tekening in 1 op 100

Complicerend is dat de buitenmuur van de 1e etage een laag dieper ligt dan de buitenmuur van de begane grond en de 2e etage, zoals je op de tekening en de foto’s kunt zien. Daardoor liggen ook de binnenmuur, het houten kozijn tussen binnen- en buitenmuur en de raamkozijnen van de verdiepingen in verschillende lagen. De ramen van het trappenhuis, de naastgelegen sanitaire ruimtes en van de kopgevel bezitten geen tussenkozijn. Daar is een dikkere steenlaag zichtbaar. Die wordt uitgebeeld door twee lagen plastic, met op de bovenlaag gegraveerde bakstenen. Tijdens de bouw wordt de gravure met een mesje om de hoek doorgetrokken over beide lagen.

Raam met houten kozijn tussen binnen- en buitenmuur

De originele bouwtekening toont in bijna alle ramen horizontale glaslatten. De meeste ramen zijn die in de loop der jaren kwijtgeraakt. Voor zover ik heb kunnen waarnemen, hebben alleen de ramen van het trappenhuis (afbeelding 7) en de kopgevel de glaslatten behouden. Daar het gebouw in de latere fase van zijn bestaan wordt uitgebeeld, kunnen de latten dus bij meeste ramen worden weggelaten. Dat scheelt veel werk, want deze fijne onderdelen moeten met de hand worden vervaardigd uit Evergreen profiel van 0,25×0,5 mm. Het grote raam van het trappenhuis strekt zich overigens uit over beide etages en ligt daarom in verschillende steenlagen. Dat vereist wat extra denkwerk om alles goed over de plastic lagen te verdelen. Vensterbanken zijn als losse stripjes geplot. Na het oplijmen en het afvlakken van de bovenzijde, zijn de voegen met een mesje in de bovenzijde gesneden.

Het grote raam van het trappenhuis

Zoals je misschien al hebt gezien als je afbeelding 1 en 2 vergelijkt, is de tekening niet as built. Het balkon aan de voorzijde staat niet op tekening. Dat heb ik aan de hand van foto’s in model omgezet. Wat niet direct opvalt als je maten van de tekening overneemt, zijn andere aanpassingen die blijkbaar tijdens de bouw zijn doorgevoerd. De hoek met het trappenhuis zag er aanvankelijk op mijn tekening duidelijk anders uit dan op de foto’s. Door het tellen van steenlagen tussen de verschillende ramen kwamen de fouten aan het licht. Dat werd weer een avond extra tekenen, met dank aan de bouwers van destijds. 100 jaar na dato kun je echter geen aanspraak meer maken op de prestaties van weleer. De garantie, als die al bestond in 1914, zal al inmiddels wel verlopen zijn…

Sommige onderdelen zijn niet te plotten. Ik noemde al de horizontale glaslatten. Een ander voorbeeld zijn de onderste stenen van de bovenrand van de 1e etage (afbeelding 4). Die steken minder ver naar buiten uit. Ze worden nadien aangebracht met Evergreen profiel van 0,25×1 mm . Dit geldt ook voor de dikkere raamstijlen, die 3D zijn gemaakt door het oplijmen van Evergreen profiel van 0,25×0,5 mm. Op de kozijnen zijn graveerlijnen geplot om de plaats van deze stripjes te markeren. Zie de afbeeldingen 5 en 14.

Na 2,5 maand tekenen en verbeteren kwam het einde van de ontwerpfase in zicht. De tekening werd nogmaals grondig gecontroleerd en op een enkel punt aangepast. Daarna is deze omzet naar 1:87. Daarvoor bestaat een simpel commando. Echter, AutoCAD maakt fouten bij het omrekenen. Dat uit zich in het vollopen van een deel van de raamopeningen met baksteenmotief. Waarschijnlijk is de complexiteit van de tekening te groot. Dit is gecorrigeerd door het opnieuw vullen van de betreffende muurvlakken. Let wel op dat de stenen nu een groter formaat hebben.

Daarna zijn alle muurdelen en kleinere componenten laag voor laag uit elkaar gehaald en naast elkaar in een rechthoekig vlak gepast. Daartoe worden steeds alle lagen uitgeschakeld, behalve één snijlaag en één graveerlaag met dezelfde kleur. Die informatie wordt nu opzij gezet. Als de tekening op deze wijze is afgepeld, worden alle lagen weer ingeschakeld en worden de puzzelstukjes tegen elkaar aan geplaatst. Als referentie voor de plotter wordt coördinaat 0,0 als linker onderhoek aangehouden. Een uitsnede uit deze tekening is te zien in afbeelding 8. Bij de kleinere onderdelen is met tekst het gebruiksdoel aangegeven.

De plotfile, vóór het uniformeren van de kleuren

Als laatste stap voor het plotten zijn alle snijlijnen in één tekenlaag samengevoegd en alle graveerlijnen in een andere tekenlaag. Het resultaat is als nieuwe tekening opgeslagen. Deze heeft één kleur. Dit is de feitelijke plotfile. Nogmaals een eindcontrole, papier is immers geduldig (een digitaal bestand ook), waarna de tekening naar Gerco is gegaan.

  De bouw van het kantoorpand

Drie dagen later trof ik Gerco en had hij de plot al klaar. 50×70 cm groot, waarbij vrijwel het hele oppervlak nuttig is gebruikt. De maten had ik al gezien in AutoCAD, maar toen ik de plaat dan echt in handen had moest ik even diep ademhalen. Echter, de uitdaging om nu echt te gaan bouwen overheerste al snel alle andere gevoelens. Afbeelding 9 toont een deel van een kop- en zijgevel van de plot. Dit is ongeveer hetzelfde deel als weergegeven in afbeelding 8. De driehoek boven de kopgevel is een hoekversterking. De driehoeken gaan tevens de vloeren van de 1e verdieping en de zolder dragen.

De plot (kop- en zijgevel)

Tijdens het plotten wordt de plastic plaat met onderdruk op de snijtafel gefixeerd. De snijlijnen zijn ongeveer 80% diep, zodat niet het risico bestaat dat de plotter in zijn eigen tafel snijdt. Ik ben gestart met het uitsnijden van de afzonderlijke geveldelen. Zie afbeelding 10. Dat gaat het beste met een vlijmscherp breekmesje uit de vrije hand. Het mes wordt geleidelijk door de snijlijnen getrokken. Niet krampachtig en zonder veel druk, dan blijft het mes keurig in de snijlijn.

Uitsnijden geveldelen

Na het uitsnijden van de geveldelen zijn de raamopeningen e.d. uitgesneden. Kleinere delen zoals het balkon, schoorstenen en vensterbanken, die pas later nodig zijn, heb ik voorlopig in de restanten van de grote plaat laten zitten. Daarmee blijft het gemakkelijker om te oriënteren waar elk van die delen thuishoort. De plaat die in afbeelding 10 onderhanden wordt genomen is de onderste bouwlaag aan de stationszijde, zie ook afbeelding 3. Deze heeft op de begane grond ter plaatse van de ramen grote openingen. De reden is dat de onderste plotlaag van die ramen een niveau hoger ligt. De kleine ramen van de zolder zijn maar één niveau diep en liggen dus nog hoger in de plotlagen. Vandaar de openingen aan de bovenzijde, die wellicht aan de bouw van een kasteel doen denken.

Uitsnijden buitenwand

Later, als het gebouw klaar is, zullen er foto’s van gemaakt worden. Daarbij komt elk detail naar voren, ook zaken die je met het blote oog nauwelijks ziet. Daarom is mijn stelling dat je bij de bouw scherper moet kijken dan normaal. Ik werk daarom vaak met een loep en met veel licht. Dezeafbeelding toont de bovenste plotlaag van de gevel aan de stationszijde. Bij het uitsnijden van de raamopeningen is, ook bij heel zorgvuldig snijden, niet te voorkomen dat de hoeken een klein beetje rond worden. Met de loep zie je dat goed. De hoeken zijn met een fijn driehoekvijltje echt scherp gemaakt. Ook is de opstaande rand als gevolg van het snijden voorzichtig wat afgevlakt met een plat vijltje. Onder de boog is dit gedaan met een half rond vijltje. Daarbij moet je zeker niet teveel weghalen; de stenen moeten hoekig blijven.

Lagen van de kopwand op elkaar gepast

Als de verschillende platen zijn uitgesneden, kunnen ze los op elkaar worden gelegd om te passen. Zie afbeelding 12. Voor het aangezicht van het gebouw is het belangrijk dat de voegen bij alle openingen om de hoek worden doorgetrokken. Waar sprake is van een enkele steenlaag met daaronder een verder inspringende laag, worden deze voegen direct na het snijden en vijlen van de opening aangebracht. Daar waar een dikke steenlaag wordt geïmiteerd, bestaande uit twee plastic lagen, dient met het insnijden te worden gewacht totdat die lagen op elkaar zijn gelijmd. Bij dikke lagen kan het nodig zijn om deze eerst met wat plamuur tot een geheel te smeden, zie afbeelding 22. De uit twee delen bestaande voordeur heeft reliëf dat minder diep is dat de 0,5 mm van het toegepaste plastic. Daar is gewerkt met Evergreen stripjes en karton van een visitekaartje, beide van 0,25 mm dik. Het gaatje voor de deurkruk is al geboord.

Uitsnijden buitenrand

Het uitsnijden van de uit drie lagen bestaande buitenrand was even werk. Zie bovenliggende afbeelding. De blokjes zijn er met het mes uitgedrukt. Dat gaat voor dit kleine werk beter dan snijden. Hierbij trok de getande rand krom (de middelste laag). Met het aan elkaar lijnen was dit euvel echter snel verholpen. Ik gebruik vloeibare plasticlijm van Faller of Revell (komt uit dezelfde fabriek heb ik gehoord). Daarmee hecht het plastic zo snel dat een kromming eenvoudig onder controle te krijgen is. Ook de zijwand is inmiddels zover dat de lagen op elkaar gepast kunnen worden.

de onderliggende afbeelding laat zien dat er nog kleine correcties aan de kozijnen nodig zijn. Op de kozijnen zijn de graveerlijnen zichtbaar waarop de Evergreen stripjes zullen worden geplakt. Daarmee komt de vormgeving van de kozijnen dicht bij de werkelijkheid en wordt de uitstraling van het gebouw wezenlijk beter. Voor het pas maken en oplijmen van de stripjes wordt de plaat met het kozijn m.b.v. klemmen aan de bovenliggende plaat is bevestigd.

Lagen zijwand op elkaar gepast

Op de binnenmuren, rondom de kozijnen, heb ik alleen bakstenen ingetekend voor zover die uiteindelijk zichtbaar zouden zijn. Dit is gedaan met een lineaire array voor de zijkanten en een cirkelvormige array voor de boog. De plotter blijkt deze kleine graveerlijnen niet goed te verwerken. Op de plaat zijn heel korte graveerlijntjes ontstaan rondom het uitgesneden kozijn. Ik heb ze allemaal met een mes moeten verlengen. Bij het volgende gebouw laat ik de graveerlijnen wat verder doorlopen, tot achter de bovenliggende plasticplaat. Dat stoort verder niet en scheelt veel werk.

Ook het snijden en vijlen van de andere zijwand is vrijwel klaar. Onderliggende afbeelding laat de los op elkaar gestapelde lagen zien. Langzaamaan komt het schilderwerk in beeld. In eerste instantie blijven alle plasticplaten daarvoor nog los van elkaar. De rand tussen de begane grond en de 1e etage is wel samengesteld en aan de bovenste plaat gelijmd. In de situatie van de onderliggende afbeelding zijn de kozijnen met Evergreen stripjes compleet gemaakt.

Zijwand gereed voor schilderen

Het schilderen

Het schilderen van de dieper liggende lagen blijft beperkt tot de omgeving van de kozijnen. Mijn doel was om het houtwerk te voorzien van afgebladderde verf. Dat was min of meer standaard in Oost-Duitsland, want verf was bijna niet verkrijgbaar. Kaal hout wordt grijs. Omdat dit onvoldoende contrasteert met de afgebladderde witte verf, is als basiskleur voor het hout lichtbruin genomen. Je wilt het tenslotte nog wel kunnen herkennen in 1:87. Vanwege de verdere bewerking wordt voor deze verflaag synthetische lak toegepast. Revell 89 vond ik in mijn voorraad als meest acceptabele kleur voor deze toepassing.

Houten kozijnen worden geschilderd

Bovenliggende afbeelding toont buitenzijde van de 2e en 3e plastic laag van een zijgevel, voorzien van de lichtbruine verf. Precies schilderen is niet nodig. Wel dient voldoende plastic vrij van verf te blijven om een goede hechting tussen de platen te verkrijgen. De zolderramen liggen direct achter de buitenmuur. De bruine verf rondom die ramen op de bovenste plaat is dus de basis voor de raamkozijnen. Op de 1e etage kijken we naar de buitenmuur. Daar is geen bruine verf nodig. De begane grond op de bovenste plaat is het houten kozijn tussen buiten- en binnenmuur. De vier ramen rechts onderin hadden op deze plaat niet bruin geschilderd hoeven worden. Foutje, dat wordt een steenlaag. Ik heb ze weer kaal geschuurd. De onderste plaat toont achtereenvolgens de ruimte voor het glas van de zolderramen, de tussenkozijnen op de 1e etage en de binnenmuur op de begane grond.

Raamkozijnen in de grondverf

 

We zien de kozijnen van beide zijden van de benedenetage in de bruine grondverf die het kale hout voorstelt. Deze verf dient tenminste 24 uur uit te harden voordat verder gegaan kan worden met de volgende (en tevens laatste) laag. Ik heb twee technieken toegepast voor het aanbrengen van die laag.

Allereerst de kozijnen tussen binnen- en buitenmuur. Daar werd blijkbaar het minste aan gedaan. Zie afbeelding 4 en 6, die overigens wel van lang na de Wende dateren. Ik wil wat meer verf op de kozijnen dan deze afbeeldingen laten zien, geïnspireerd door wat ik bij veel gebouwen heb gezien. Geschilderd wordt op waterbasis met Vallejo 70820 Offwhite. De kozijnen zijn om te beginnen ingespoten met hairspray. Na een kwartier drogen is een tweede laag aangebracht. Om te voorkomen dat de hobbykamer naar kapsalon gaat ruiken doe ik dat buiten. Een kwartier later gaat de witte verf erop en weer een kwartier later wordt de verf een paar keer met water ingestreken. Na een korte inweektijd worden de kozijnen bewerkt met een stugge kwast, een puntig mesje en/of een speld. Er komen flinke bladders witte verf los. Die worden voorzichtig weggehaald. Elk van de gereedschappen leiden tot een ander resultaat. Afbeelding 18 laat deze activiteit zien. De verf moet nu uitharden.

Afgebladderde verf tussenkozijn

Op de raamkozijnen wilde ik een fijnere structuur hebben. Op de afbeeldingen 4 en 6 zien die er beter uit dan de tussenkozijnen. De verfstructuur op de raamkozijnen is verkregen door de verf met een half droog penseel op te brengen. Met die techniek kunnen vrij gemakkelijk kleine plekjes en randjes worden overgeslagen en wordt op bepaalde plaatsen een dry brush effect verkregen. Zo ontstaat het beeld van een fijnere bladderstructuur. Het raam op afbeelding 19 toont het verschil tussen beide technieken.

Kozijn in slechte staat van onderhoud

Licht dat van binnen naar buiten door de muren schijnt is sfeervol voor kersthuisjes, maar afschuwelijk in de modelbouw. Omdat ik de toekomstige bewoners niet in het donker wil zetten, moeten de muren lichtdicht worden gemaakt. De binnenzijde van de kozijnen is geschilderd met dezelfde lichtbruine Revell 89 als de buitenzijde. Daar omheen is met Humbrol 33 een laag zwarte verf aangebracht. Dit is in twee etappes gedaan. Direct om de vensters is de zwarte verf aangebracht vóór het samenbouwen. Dan heb je nog alle vrijheid om de plaat goed in de hand te nemen en van nabij te bekijken om recht langs de kozijnen te schilderen. De tussenliggende vlakken moeten wachten tot na het samenbouwen, want daar dient eerst nog op gelijmd te worden. Zie daarvoor hoofdstuk 6.

 

  1.  Omgeving vensters binnenzijde zwart geschilderd

Afbeelding 20 laat een deel van dit schilderwerk zien. Met bruine verf zal nog een correctie plaatshebben om de overgang met het zwart wat strakker te krijgen en om de witte verf weg te werken die naar binnen is gelopen. Heel precies hoeft dit werk niet te worden uitgevoerd. Als de binnenmuren en het meubilair geplaatst zijn, zie je nog maar een glimp van de kozijnen. Onder het bruin van de kozijnen is geen zwarte verf aangebracht. Als daar wat licht doorheen zou schijnen, wordt dat overstraald door het licht van het venster. De ramen van de 1e etage liggen een niveau dieper en zijn daarom niet zwart geschilderd op deze plaat (vergelijk met afbeelding 10).

Voordat de buitenmuren geschilderd kunnen worden, dient het gebouw in de primer gezet te worden. Dat gebeurt met een spuitbus, voor het samenbouwen. Bij de binnenmuren is spuiten echter niet mogelijk. Die muren moeten vrij van verf blijven om de plaat aan de bovenligger vast te kunnen lijmen. Daarom is het primeren van de binnenmuur met het penseel gedaan, uitsluitend rondom de raam- en deuropeningen. Hiervoor is Humbrol 1 is gebruikt. Zie afbeelding 21. Op deze afbeelding zijn ook de met de hand verlengde voegen te zien. Ze zijn niet helemaal strak, maar dat zie je na het samenbouwen niet meer.

21. Binnenmuur in de primer

De ramen op de 1e etage bevatten geen vensterbank. Vóór het tussenkozijn zijn vier plasticlagen zichtbaar, zie afbeelding 22. Hoe die rand er in werkelijkheid uitziet heb ik niet kunnen vaststellen, maar vier enigszins van elkaar te onderscheiden lagen zal niet conform de werkelijkheid zijn. Ik ben uitgegaan van een rand met weinig textuur en heb de naden daarom afgewerkt met plamuur. Dit is gedaan met Plastic putty van Vallejo. Dat is op waterbasis en laat zich goed verwerken. Na het drogen een beetje schrappen, vijlen en/of polijsten om de overtollige plamuur te verwijderen.

22. Plamuren rand onder bovenramen

Voordat de buitenwanden in de primer gezet kunnen worden, dienen de 1e en 2e plastic laag aan elkaar bevestigd te worden. De steunberen op de 1e etage moeten immers een geheel gaan vormen met de dieper liggende muurdelen. Dit leidt echter tot problemen op de begane grond (zie verderop) en de zolderetage. De zolderramen liggen direct achter de buitenmuur en zijn al geschilderd in wit met een groene omlijsting (de toestand van 2012). Om te kunnen spuiten dienen de zolderramen te worden afgeplakt. De omgeving van die ramen wordt met de kwast in de primer gezet voordat de platen aan elkaar worden gelijmd. Ook worden de stenen rondom de openingen al in de baksteenkleur gebracht, want dit gaat met de nog losse plaat gemakkelijker. Zie afbeelding 24.

23. Gevelstenen t.b.v. bovenste sierlijst

Na het samenvoegen van de twee platen worden ook de stenen geplaatst onder de band met zolderramen. Die stenen zijn met een breekmesje losgedrukt van een strip plastic van 0,25×1 mm. Met een pincet zijn deze op de muur gelijmd, afbeelding 23 en 24. Vervolgens worden de zolderramen afgeplakt met een stukje crêpe plakband. Omdat de muren lichtbruin worden, zijn ze met witte primer (van de Hema) in de grondverf gezet. De grijze primer die rondom de zolderramen is toegepast, is eigenlijk minder geschikt. Deze maakt de muur wat donkerder.

24. Primer rondom ze zolderramen en bevestigen stenen 1e etage

De steenkleur heb ik ontleend aan een verfadvies van Artitec: drie delen Humbrol 70, een deel Humbrol 34 en een Humbrol 24. Een paar van de mengsels zijn aangemaakt met vier delen Humbrol 70. Zo krijg je wat meer variatie. Het mengen doe ik in een kroonkurk. Af en toe een biertje drinken en je kunt weer verder met je hobby. Voor reproduceerbaar mengen zijn lepels van Tamiya toegepast. Zie afbeelding 25.

25. Mengkleuren voor de muren

Zoals hierboven al opgemerkt gaat het spuiten en schilderen van de buitenmuren niet zomaar. Voor de 1e etage moet de 2e plastic plaat al aan de 1e zijn vastgelijmd. Voor de begane grond gedeeltelijk ook, maar voor een ander deel juist niet. Hoe doe je dat? Bij de ramen van het trappenhuis en de naastgelegen smalle ramen vormen de twee plastic platen samen een dikke steenlaag. In dat gedeelte zijn de twee platen ook op de begane grond aan elkaar gelijmd. Waar nodig is de kleine spleet tussen beide platen in de raamopeningen dicht geplamuurd, waarna de voegen om de hoek zijn ingekrast. Achter de grotere raamopeningen zijn de tussenkozijnen zichtbaar. Om schade aan die kozijnen te voorkomen zijn hier de plastic platen nog niet aan elkaar gelijmd en is een vel papier tussen beide geschoven. Afbeelding 26 laat dit zien. Spuiten en schilderen zijn nu mogelijk zonder schade aan de 2e laag. Na afloop wordt het papier er tussenuit getrokken. Met de lange tuit van het lijmflesje kan nog voldoende ver tussen de platen lijm worden aangebracht.

26. Buitenmuur geschilderd

De muren zijn met een matig dik penseel geschilderd. De verf wordt dun opgebracht. Tussendoor wordt het penseel af en toe enigszins met terpentine bevochtigd om de verf wat dunner te krijgen. Dat leidt tevens tot meer onregelmatigheid in de verflaag. De witte onderlaag helpt de muur tot leven te brengen. Datzelfde doet de onregelmatigheid van het kwasten. Als je de baksteenkleur zou spuiten, ontstaat er een monotoon oppervlak dat er onnatuurlijk uitziet.

Na het goed uitharden van de verf wordt met polijstpapier korrel 600 heel voorzichtig over de muren gestreken. De licht omhoog stekende voegen verliezen een deel van hun verf en komen zo beter tot uitdrukking. (Pogingen om de voegen vol te laten lopen met verdunde lichtgrijze verf hebben niet tot een bevredigend resultaat geleid.)

Het samenbouwen

Hoewel het schilderwerk tot het einde van de bouw zal doorlopen, komt nu de nadruk te liggen op het samenbouwen. Eindelijk gaat het een gebouw worden. Om te beginnen worden van de bovenste laag de zijkanten met polijstpapier en een sleutelvijltje onder 45 graden afgeschuind. Van alle onderliggende plastic lagen blijven de kanten recht. Bij het tekenen is daar uiteraard al rekening mee gehouden.

Voor het polijsten heb ik een kleine schuurtafel gemaakt met een strook polijstpapier nr. 280 onder 45 graden en een tafelblad dat op twee houden latjes langs het polijstpapier kan schuiven. Afbeelding 27 toont deze tafel. De plastic plaat wordt zo recht mogelijk op het tafelblad gelegd en voorzichtig langs de schuurstrook bewogen. Steeds kijken of het afslijten gelijkmatig verloopt en corrigeren waar nodig. De laatste correcties heb ik met het vijltje gedaan.

27. Schuurtafel voor het verstek maken van de muren

Van elke muur worden de platen vervolgens op elkaar gelijmd. Op alle plekken wordt lijm aangebracht. Niet te veel, want dan zou de lijm zichtbaar kunnen invreten. De lijm moet echter nog wel vloeibaar zijn als de platen op elkaar worden gelegd, anders zouden ze niet versmelten. Het exact op elkaar lijmen vraagt enige tijd om zorgvuldig te kunnen positioneren. Dat gaat niet als je de hele plaat met lijm hebt ingesmeerd. Dat treedt er zo snel hechting op, dat verschuiven nauwelijks nog mogelijk is. Daarom heb ik om te beginnen maar één rand van de plaat van lijm voorzien. De kleefkracht blijft nu in het begin beperkt, waardoor goed positioneren geen punt is. Een paar minuten later worden de platen voorzichtig opengevouwen en volgt het lijmen van het verdere oppervlak.

28. De hoeken zijn geplamuurd

Direct aansluitend kunnen de muren tot een geheel worden samengevoegd. Om de muren haaks te kunnen samenbouwen is uit 1,5 mm dik polystyreen een bodemplaat gesneden, voorzien van een grote opening. Die dient om vanaf de onderzijde de binnenmuren te kunnen schilderen. Ter hoogte van de vloeren van de 1e en 2e verdieping worden de al eerder genoemde versterkingsdriehoeken geplaatst. Ook die helpen de haakse opbouw, doch beperken wel de toegankelijkheid. Vandaar de opening in de bodemplaat. Het resultaat is te zien in afbeelding 28 (vanwege de lichtomstandigheden is de kleur wat afwijkend).

Het nauwkeurige tekenwerk en het zuiver op elkaar lijmen van de platen heeft tot gevolg dat de muren bijna perfect passen. Op de hoeken is een hele smalle spleet aanwezig. Die is dicht geplamuurd voordat de foto werd genomen. Weer blijkt de plamuur op waterbasis een uitkomst te zijn. Met de spitse tuit op de tube is het heel nauwkeurig op te brengen. Wat toch teveel is, wordt met een nat penseel naar de hoek gekwast en weggenomen, zonder dat de verf schade oploopt. Niet teveel water gebruiken, want dan is de plamuur in de spleet ook weer weg.

Het gebouw wordt na het afwerken van de hoeken voor het eerst op z’n plek op de modelbaan gezet, afbeelding 29 en 30.

29. Voor het eerst op z’n plek op de modelbaan

Op afbeeldingen is de onderzijde van het dak al aangebracht. Dat bestaat uit 0,5 mm dikke plaat met, voor zover van buitenaf zichtbaar, gegraveerde planken. Ook de buitenste dakbinten zijn al aangebracht. Deze zijn (in twee lagen) geplot omdat ze een patroon hebben op de onderzijde. De dakbinten, voordeur en een deel van de balkondeur zijn geschilderd met Humbrol bruin 186. Die kleur komt dicht bij de werkelijke situatie anno 2012. Dit schilderwerk is dun aangezet, waardoor vooral de voordeur matig in de verf lijkt te staan. De planken onder het dak zijn al dun geschilderd met Revell 89. Dat had ik beter niet kunnen doen, want de dakbinten en regengoten moeten er nog onder. Dat is later gedaan, waarvoor de dakplaat ter plaatse weer kaal geschrapt moest worden (afbeelding 41).

30. Op de modelbaan, voorzijde

Voor de bovenzijde van het dak zijn, conform het voorbeeld, Eterniet golfplaten toegepast. Die vond ik bij Kibri onder nummer 34143. In de lengte passen deze goed, in de breedte is aan de bovenkant een strook afgezaagd. Vanwege het aflopen van water worden de platen van onder naar boven op het dak gelegd. In de regel zal de onderste laag uit hele platen bestaan en wordt de bovenste op maat gezaagd. Dat komt in model tot uiting. Het voordeel van een modelbouwer is dat hij z’n Eternietplaten kan zagen zonder beperkingen vanwege de asbest regelgeving. Plastic heeft zijn voordelen.

Na afschuinen van de voeg passen beide platen goed op de onderzijde van het dak en zijn ze vastgelijmd. De schoorstenen zijn samengesteld uit de geplotte onderdelen en pijpjes van Evergreen. Na een laag primer hebben de zijkanten de baksteenkleur gekregen. De bovenzijde is beton grijs geschilderd met Revell 75. Ze hebben volgens de originele tekening hun plek op het dak gekregen. Rondom de schoorstenen is met plamuur een ‘zinken’ rand aangebracht. Die was bijna zonder corrigeren vanuit de tube op te spuiten. Voordat het dak geschilderd kon worden is bovenop een ‘zinken’ slab aangebracht. Die is gesneden uit de afdekfolie van een margarinekuipje.

31. Golfplaten dak en schoorstenen zijn aangebracht

Op afbeelding 31 is het gebouw te zien bij de eerste inzet, op de FREMO bijeenkomst in Bad Oeynhausen in februari 2015. De verf op het dak is inmiddels aangebracht. Die bestaat uit diverse kleuren Humbrol verf: twintig delen wit nr. 34, een deel grijs nr. 1, twee delen geel nr. 24, een deel groen nr. 73 en drie delen bruin nr. 26. De gemengde hoeveelheid was juist voldoende om het hele dak mee te schilderen. Het zink om de schoorstenen is gekleurd met een deel aluminium nr. 56 en een deel grijs nr. 1 (Humbrol). Het zink op de nok heeft minder te lijden van de rookgassen en is daarom wat lichter van kleur: twee delen aluminium nr. 56, een deel grijs nr. 1 en een deel wit nr. 34 (Humbrol).

32. Aan de binnenzijde van het toekomstige fabrieksterrein

Het pand staat inmiddels verhoogd t.o.v. de ondergrond, rekening houdend met de bestrating die rondom zal worden aangebracht. Hoewel het er al vrij compleet uitziet, ontbreken er nog diverse onderdelen aan het gebouw. Onder andere het vensterglas moet nog worden aangebracht. In afbeelding 32 valt ook op dat de etagevloer, en feitelijk het hele interieur, nog ontbreekt. Voordat die worden geplaatst dient eerst nog werk aan de binnenmuren te worden verricht. Dat werk is in het stadium van de afbeelding gedeeltelijk al uitgevoerd, maar wordt onderstaand toegelicht.

33.Het pand ‘doet dienst’ nog zonder glas, interieur, voorportaal e.d.

 

Eerst nog een plaatje vanuit een ander perspectief, afbeelding 33, waarin een nog zwevende balkonvloer duidt op restwerkzaamheden. De klep van de brievenbus en de slotplaat zijn al aanwezig in respectievelijk de linker- en de rechter deurhelft van de voordeur. Ook de balkondeur heeft een slotplaat gekregen. Die zijn met de plotter ingegraveerd. Het schilderen gaat zodoende gemakkelijker. Beide deuren hebben een deurkruk gekregen van dun staaldraad.

De binnenzijde

We gaan een aantal stappen terug in het bouwproces. In afbeelding 20 is het zwart schilderen rondom de vensters te zien. Voordat de plastic platen aan elkaar zijn gelijmd is dezelfde omgeving overgeschilderd in de kleur van de binnenmuur. Zoals bij de zwarte ondergrond is ook de muurverf vóór het samenbouwen aangebracht, omdat er nauwkeuring langs de bruine lijnen geschilderd moet worden. Dat gaat beter als je vrij kunt bewegen en van dichtbij recht op het werkstuk kunt kijken.

 

Als muurverf is Vallejo 342 gebruikt in diverse lagen. Dat is een vrij intensieve kleur voor de binnenmuren. Ik heb daar bewust voor gekozen. In Oost-Duitsland moest men nemen wat er was, als er al verf te krijgen was. Dan moet je niet zeuren over de kleur, ook al is die misschien niet de meest fraaie voor op de muur.

34. Schilderen binnenmuren

Nadat de muurverf om de ramen droog was, kon het samenvoegen van de platen en daarna het samenbouwen van de muren beginnen. We zijn dan aan het begin van hoofdstuk 5. Na dit samenbouwen zijn plastic strips langs de wanden gelijmd. Deze dienen samen met de in de hoeken aangebrachte versterkingsdriehoeken voor ondersteuning van de vloer. In zekere mate versterken de strips ook de wanden, maar die zijn eigenlijk al sterk genoeg door de op elkaar gelijmde platen. Afbeelding 34 toont deze toestand: afgewerkt rondom de ramen en voorzien van strips van 6,3 mm breed voor het dragen van de vloeren. Daarna volgt het volledig zwart schilderen van het nog onbedekte plastic. Op de 2e etage is dit al gedaan.

35. De binnenmuren zijn geschilderd

Om de muurverf goed te laten dekken zijn op sommige plaatsen 6 of 7 lagen nodig geweest. Dit was een vervelende klus. Afbeelding 35 is gemaakt na afloop. Het resultaat is wel tevredenstellend. Op de kopgevels is voor het schilderen een M8 moer gelijmd. De moeren houden samen met magneetjes (zie afbeelding 41) het dak op z’n plaats. Het dak blijft op deze wijze afneembaar. Als je het dak zou vastlijmen, gaat er geheid wat stuk van binnen en zie dan maar hoe je dat oplost.

De laatste actie aan de binnenzijde voorafgaand aan de inrichting is het aanbrengen van ‘glas’. Ik heb daarvoor plasticplaat gebruikt dat vrijwel zonder krassen is. De ruiten zijn langs de randen vastgekleefd met Micro Kristal Klear. Na het oppoetsen wordt de ruit niet mee aangeraakt. Het plaatsen gebeurt met een pincet.

  De verdere afwerking

Als eerste wordt de afwerking van de kopgevel opgepakt. De bodemplaat van het balkon zweeft al aan de gevel. Deze bestaat uit drie platen van 0,5 mm dik, waarvan de bovenste iets groter is en de onderste twee met plamuur tot een geheel zijn gemaakt. Zo lijkt de bodemplaat als twee druppels water op het origineel.

37. Voorportaal en balkonhek in ruwbouw

De voordeur wordt toegankelijk gemaakt via een opstapje van 1½ trede hoog met aan weerszijden een hek. Daarvoor worden pilaren geplaatst die het balkon gaan dragen. De pilaren hebben een verlengstuk op het balkon. Daarop wordt een houten ligger (van plastic) wordt gemonteerd. Behalve door de pilaren wordt dat hout ondersteund door de spijlen van het hek. Afbeelding 36 toont de ruwbouw die al in de primer staat. De plekken waar gelijmd moet worden zijn nog vrij van verf t.b.v. het hechten van de lijm. Alle onderdelen voor deze constructie zijn geplot, behalve de spijlen voor de hekken. De hoeken zijn onder 45 graden afgeschuind.

Nadat het lijmwerk gereed is, is de onderzijde geschilderd met Vallejo 334 German Winter White. De vloeren zijn met Vallejo 70989 grijs geschilderd. Later worden de vloeren met beige verf in dry brush techniek een beetje vervuild. De muren worden krijgen de baksteenkleur en worden naderhand heel licht opgeschuurd met polijstpapier korrel 600. Het imitatie hout blijft nog zonder verf. Eerst moeten de spijlen worden geplaatst.

 

37. Voorzien van glas en provisorische vloeren

Voordat aan de spijlen wordt begonnen wordt Rehbrück opnieuw ingezet, afbeelding 37 en 38. Het voorportaal is aangebracht. De hekken aan weerszijden zijn nog niet aanwezig. Het gebouw ziet er beter uit doordat het glas is geplaatst. Provisorische vloeren van karton voorkomen dat je dwars door het gebouw heen kunt kijken. De bodemplaat van het voorportaal is maar 0,5 mm dik en is voor voldoende stabiliteit met enkele dwarsprofielen versterkt.

38. voorportaal is aangebouwd maar nog niet klaar

De verdere afwerking start met het dichtmaken van een kleine kier tussen de vloer van het voorportaal en de muur. Om de muur niet te beschadigen is dit met twee laagjes houtlijm gedaan. Dat leek me in dit geval beter dan plamuren. De lijm is met een dun penseel opgebracht. Daarna is de vloer nogmaals geschilderd. Zie afbeelding 39.

39, Kier langs voorportaal met houtlijm dichtgemaakt

Het samenstellen van de hekken betekende veel werk. De spijlen zijn vierkant en staan onder 45 graden tussen houten liggers. Ik heb profiel van 0,75×0,75 mm genomen. Dat is in vergelijking met het origineel iets te dik. Profiel van 0,5×0,5 mm zou echter te dun zijn en nog lastiger de lijmen dan de iets dikkere spijlen. Omdat de bovenste ligger van het balkonhek een beetje is doorgezakt, zijn niet alle spijlen even lang. Ze dienen stuk voor stuk op maat te worden gemaakt. Met een pincet zijn de spijlen geplaatst. Door de pincet ongeveer onder 45 graden voor het hek te houden, komen ze in de juiste stand te staan. Als het een beetje meezit blijft de spijl op de gewenste positie staan wanneer je de pincet wegtrekt. Meestal zat het niet mee en waren meerdere pogingen nodig.

40. Het balkonhek ontstaat

Op afbeelding 40 is een tussenstand van deze werkzaamheden te zien. De plekken voor de spijlen zijn in de liggers gegraveerd. Die markeringen waren niet bruikbaar. Vanwege de dikte van de spijlen zijn er in de praktijk een paar minder geplaatst. Van de bovenste balkonligger was het hout bij het origineel flink verrot. Ik heb hier en daar randjes afgesneden om dat tot uitdrukking te brengen. Geschilderd zijn de hekken met bruin en wit, zoals de raamkozijnen. Ze zien er echter beroerder uit.

41, Voorbereiden onderzijde dak

Na het balkon is de onderzijde van het dak aan de beurt. Het dak wordt ondersteund door 32 binten. Daarvoor is Evergreen profiel van 1×2 mm gebruikt. Het dak is op de plekken van de binten en de dakgoten kaal geschrapt met een afgerond mesje. Op afbeelding 41 is de bewerking te zien. Deze foto toont tevens de magneten waarmee het dak stevig op het gebouw vastzit. De versterkingsdriehoeken zijn geplot. De hoek is exact gelijk aan die van de kopgevels, feitelijk zijn het kopieën van de gevelkop.

Om de binten te kunnen plaatsen zijn de openingen in de zijwanden met een sleutelvijltje vergroot tot iets meer dan 1×2 mm. Daarna worden de dakgoten onderhanden genomen. Deze komen uit set 41609 van Auhagen en bezitten al de juiste lengte. Ze ogen echter te massief. Met een dun rond sleutelvijltje en/of een rond mesje wordt materiaal uit de goten weggehaald totdat de verhouding tussen de gootbreedte en de materiaaldikte beter in evenwicht is. Daarna worden ze aan het dak gemonteerd. De afvoerpunten zitten aan de kopgevel met de toegangsdeur.

42, Dakbinten plaatsen

De binten worden op lengte gemaakt. Dat wil zeggen het zichtbare deel plus de muurdikte. De binten helpen uiteindelijk het dak goed op zijn plaats te houden. Voor het monteren wordt het dak teruggeplaatst. Dit is de enige manier om ze exact op de goede plaats te krijgen. Om de schoorstenen heel te houden ligt het gebouw op een doek. Zie afbeelding 42. Op de profielen wordt spaarzaam lijm aangebracht. Voorkomen moet worden dat de lijm tussen muur en dak vloeit.

Na de montage wordt de dakgoot grijs geschilderd. De binten krijgen een bruine grondlaag en ook de van de dakplanken weggekraste bruine verf wordt hersteld. De planken worden met drybrush techniek half doorschijnend wit geschilderd, de dakgoot wordt grijs en de binten krijgen hetzelfde bruin als de al eerder onder de kop van het dak aangebrachte binten.

Dan resten nog de steunbalken aan de kopgevels. De uiteinden zijn niet recht: uitgehold aan de voorgevel en afgeschuind aan de (blinde) achtergevel. Ik heb ze daarom in de plot meegenomen. Er worden twee balkdelen op elkaar gelijmd om tot de benodigde breedte van 1 mm te komen. De balken aan de blinde gevel hebben een extra steun van fraai vormgegeven hout. Afbeelding 4 laat dit goed zien. In model zijn deze steunbalken 0,5 mm dik. Die zijn uiteraard ook geplot. Het uitsnijden was een secuur werkje. De openingen voor de balken en steunbalken zijn in de kopgevels geplot (dit is onder andere in afbeelding 21 te zien). In de binten zijn openingen aanwezig waar de balken in vallen. Dit alles is exact uitgetekend en blijkt goed te passen. In afbeelding 43 zijn ze gemonteerd.

43, Steunbalken voor het dak

Op de foto’s van het originele gebouw valt op dat er maar weinig verwering op de muren is te zien. De stenen vensterbanken en de sierrand tussen de begane grond en 1e etage zijn op veel plekken donkerder. Onder de vensterbanken is de muur hier en daar wat lichter. Deze kleurverschillen zijn in de eindfase op subtiele wijze met pigmentpoeder aangebracht in de kleur ‘beton’ en met pastelkrijt in donker bruin. In het voorste compartiment van het originele gebouw lijken de muren opnieuw te zijn opgetrokken. Dat heb ik in model weggelaten.

Het dak is om, en vooral onder, de schoorstenen met een donker grijze wash ingekleurd. Na droging zijn de schoorstenen met donker grijs pigmentpoeder nog wat verder op kleur gebracht. Afbeelding 44 laat dit zien. Wie in Oost-Duitsland in de winter de steen- en bruinkolenstook heeft beleefd, begrijpt dat dit zijn sporen nalaat op te dak. Met beton pigment hebben de golfplaten een lichte kleurvariatie gekregen.

44. Het dak

Onder het balkon is met een SMD LED een buitenlamp geplaatst. In de bodemplaat, tegen een van de buitenwanden, is een gat geboord voor de verlichtingsdraden. Tenslotte dienen de regenpijpen te worden gemonteerd. Die komen uit dezelfde set als de dakgoten. Met het monteren is gewacht totdat het model definitief op de baan staat, want ze zijn grotendeels vrij dragend en dus nogal kwetsbaar.

45. Buitenzijde bijna gereed

Afbeelding 45 toont de laatste foto voordat het pand geplaatst en ingericht wordt.