MODEL STALEN NS RIJTUIG C 6400

MODEL STALEN NS RIJTUIG C 6400

Hans Reints had een keer een styreen plaat van me gekregen voor de zijwanden voor een C6400 gekregen. Hij heeft deze plaat doorgegeven aan Thonis van der Weel die er mee aan de gang is gegaan. Hier zijn verhaal.

Alweer een tijdje geleden kreeg ik van Hans Reints een op de snijplotter bewerkte plaat styreen met de mededeling: “Kijk maar eens wat je er mee doet, ik ben benieuwd!” Thuisgekomen stelde ik vast, dat in een plaat 0,5 mm styreen de zij- en kopwanden, tussenschotten en het dakprofiel van een stalen couperijtuig serie 6400 waren uitgeplot. De vormgeving van deze rijtuigen heeft mij altijd bekoord en al jaren was ik van plan er een model van te maken.

Nu het slappe stuk plasticplaat daar voor me lag, zonk me echter de moed in de schoenen. Was hieruit een glad en strak rijtuig te bouwen?
Aanvankelijk had ik het plan een metalen binnenframe te maken, maar het uitzagen van al die raamopeningen stond mij tegen. Dan kon ik het hele zaakje net zo goed gelijk uit metaal maken. Een kort uitstapje naar mijn ouders op Texel gaf de doorslag: in een handzaam doosje pasten plasticlijm, een scherp mesje, een pincet,een plastic geodriehoek, de uitgesneden onderdelen van een rijtuig en diverse stukken styreen van 0,5 en 1 mm. Omdat het gelaste rijtuig geheel glad was en daardoor gemakkelijker bij te werken als de zijwanden hobbelig zouden worden, genoot deze uitvoering voorlopig mijn voorkeur.

Om mijn gedachten wat ruimte te geven zocht ik eerst naar gegevens over deze rijtuigen, die in verschillende series tussen 1930 en 1933 in zowel een geklonken als een gelaste uitvoering werden gebouwd. Een speurtocht door de boeken leverde weinig bruikbaar materiaal op, maar in het archief vond ik een paar prachtige foto’s, waarop voldoende details zichtbaar waren. Een tekening van de gelaste versie kwam uit een oude Modelbouwer en in Spoor en Tramwegen jaargang 1931 stond een beschrijving met tekening van de geklonken versie.

Uit een plaat 1mm styreen sneed ik een bodemplaat, die werd versterkt met stelbalken en een aantal balken onder de vloer van hetzelfde materiaal. Na droging bleek deze constructie verrassend stabiel.

Op dit frame werden de tussen- en eindschotten gelijmd, waarna aan de onderzijde van de coupe’s een strip werd aangebracht, waartegen de zijwanden straks vastgezet zouden worden. Nadat de banken op hun plaats waren gezet, werd ook ter hoogte van de dakrand een plastic strip gelijmd. Het zou geen gek idee geweest zijn, ook de zijkanten van de banken met de karakteristieke hoofdsteunen in het plotterplan op te nemen; alle benodigde exemplaren bij elkaar is het nog een heel werk om ze uit een plaatje 0,5 mm te snijden. Na gecontroleerd te hebben of alle schotten en banken in een lijn stonden, werd de eerste zijwand aan de onderzijde op de bak gelijmd.

 Ik gebruikte een lijvige plasticlijm,en bracht die spaarzaam aan, omdat het dunne plaat anders onherroepelijk kuilen gaat vertonen. Nadat de lijm volledig was gedroogd, lijmde ik de rest van de zijwand vast, die daarbij prachtig de ronding van de bak volgde.

Nadat ook de andere zijde was aangebracht, was een strakke en vooral zeer stevige kokerconstructie ontstaan.
De bufferbalken kwamen van een PIKO goederenwagen. Ze werden dunner en smaller gevijld, maar het bleek toch nodig om aan de onderzijde een sponning in het kopschot te vijlen, daar de bufferbalk boven de stelbalken uitsteekt. De bufferbalk werd voorzien van de nodige gaatjes voor koppelingen en slangen.

De aangegeven gaatjes in de zijwanden werden doorgeboord en de snijlijnen van de deurpanelen dichtgemaakt (de gelaste rijtuigen hadden gladde deuren).

 Met behulp van en malletje werden de handgrepen en de trede steunen uit draad gebogen, Uit hele kleine stukjes plastic strip (Evergreen) werden de deurscharnieren gemaakt. De regengootjes boven de deuren werden uit 0,2mm wikkeldraad om een malletje gebogen en op lengte gesneden. Omdat de strook boven de deuren wat te breed leek, vijlde ik er ongeveer een millimeter af. Een hekele onderneming, die beter voor het monteren van de zijwanden kan geschieden. Ook de tussenschotten moeten worden ingekort. De deurkrukken werden uit draad gebogen en in daartoe geboorde gaatjes gestoken. Seconden-lijm, met een tandenstoker aangebracht, fixeerde al die draadjes. Uit Evergreenstrip werden nog klasseborden en niet-rookenbordjes opgelijmd. Een smalle strip langs de bovenrand van de bak maakt de zijwanden af.

Op de kopwanden kwamen kastjes voor het elektrisch licht. De voor de gelaste rijtuigen zo kenmerkende geperforeerde versterkingsstrips werden uit 0,5 mm plaat gesneden. De ovale gaatjes werden gemaakt door twee 0,8mm gaatjes op de juiste afstand te boren en het tussengelegen materiaal met een zeer scherp mesje weg te snijden. Het is een heel gepeuter, maar het loont de moeite! Door de strips komt ook nog een stukje staf, dat aan beide zijden als handgreep naar boven loopt. Twee lantaarnijzers (overgehouden uit een messing bouwpakket) maken de kop af.

Het dak werd uit drie lagen 2mm dik styreen opgebouwd en met behulp van de dakmal in profiel gevijld. Aan de kopeinden wordt een verdieping van 0,5 mm diep gevijld, waarin een plaatje wordt gelijmd, dat aan de onderzijde van het dak wordt omgeslagen, zodat het karakteristieke overstekende dakdeel ontstaat. Als de lijm goed is uitgehard -en niet eerder!- kan het teveel aan plastic worden afgesneden en kan het dak worden afgeplamuurd. Het waterreservoir komt van Mastica en de ventilatoren van Philotrain. De kopschotten moeten uiteraard een beetje worden bewerkt om het dak te laten passen. Een paar lange schroeven onopvallend door het interieur gestoken, moeten de boel op z’n plaats houden.

Aan de onderzijde van het rijtuig komen nog twee accukisten uit stukjes styreenplaat en twee valpijpen van de toiletten. Messingpijp van 3 mm was het materiaal. Aan de onderzijde werd een ringetje van 4 mm buis opgeschoven als kraag. Uit stukjes rond plastic ontstond de dynamo. Een uit een goederenwagenframe gezaagd remwerk met reservoir maakte de zaak af. Als draaistellen gebruikte ik voorlopig ROCO blokkendoosdraaistellen, die in een onder de bodem gelijmde plaat met een gaatje werden geklikt.

Werkoverleg tussen bouwer en ontwerper!!!

Na een laag primer uit de spuitbus, werd de wagenbak in een eigen mengsel groene acrylverf gespoten en met een penseeltje zwart afgezet. De niet-rookenbordjes kregen een laagje wit. Het interieur werd in houtkleur geschilderd, met blauwgroen leerdoek op de banken. Het dak werd grijs.

Na het aanbrengen van nummers en opschriften en een lichte verwering kan nog een vernislaag worden aangebracht, waarna de ruiten in de bak worden gelijmd. Ik gebruik hiervoor Clearfix, dat geen sporen achterlaat.

Tot slot wordt met een mesje voorzichtig de verf van de messing handgrepen en deurkrukken afgekrabt. De grepen onder de ramen en die op de hoeken blijven zwart.
De treeplanken maakte ik voor het gemak uit plastic strip van 1,5 respectievelijk 3 mm breed en 0,5 mm dik. De onderste treeplank heeft een aantal karakteristieke uitsparingen, die in het grootbedrijf het bewegen van de draaistellen mogelijk maken en voorkomen dat de treeplanken in binnenbochten buiten profiel komen. Helaas schieten eerstgenoemde uitsparingen in model ernstig tekort en als U besluit de treeplanken volgens tekening aan te brengen is de inzet van het rijtuig op de meeste modelbanen uitgesloten. Weglaten is een -zij het niet fraaie- optie

Tijdens de bouw heeft Thonis van der Weel verschillende aanwijzigingen gegeven en tips voor uitbreiding van de plots en hebben we zelf ook alweer de nodige ervaring opgedaan. Deze ervaringen en aanwijzigingen gaan in de plots verwerkt worden.