Jaguar e type

By DeFacto – Own work, CC BY-SA 4.0

Geschiedenis

 

De Jaguar E-type of ook Jaguar XK-E is een model van autoconstructeur Jaguar Cars waarvan tussen 1961 en 1974 drie generaties gebouwd werden. De E-type betekende een revolutie in het ontwerp, de prestaties en de besturing van sportwagens. De prijs lag een stuk lager dan die van de concurrerende modellen waardoor de verkoop hoog lag. In veertien jaar tijd werden meer dan 70.000 exemplaren verkocht.  De E-type kreeg een revolutionair carrosserieontwerp, van de hand van Malcolm Sayer die eerder bij de Bristol Aeroplane Company vliegtuigen had ontworpen. De rondingen en inkepingen waren er niet alleen voor de sier maar waren juist zorgvuldig berekende aerodynamische vormen. Sayers geheime wapen was om wolslierten op de auto te plakken en daarmee de luchtstroom te bestuderen als de auto in de windtunnel stond. Ook liet hij de auto met wolslierten fotograferen als er buiten gereden werd in verschillende weersomstandigheden.

Series 1

De E-type Series I werd in Europa geïntroduceerd op 15 maart 1961 op de Autosalon van Genève en in de Verenigde Staten in april datzelfde jaar op de autosalon van New York. Toen de auto voor het eerst getoond werd noemde Enzo Ferrari het de mooiste auto ooit. De auto was ontworpen als een tweezitter GT coupé (FHC) en een tweezitter cabriolet (OTS). Het eerste half jaar werden op een paar na alleen E-type’s gebouwd met het stuur aan de linker kant, voornamelijk voor de Amerikaanse markt. Slechts een paar werden gebouwd voor de Britse markt en die werden geleverd aan speciaal geselecteerde beroemdheden. De rest moest een half jaar wachten.

De Series 1 kreeg een 3,8 liter 6-in-lijnmotor die van de XK150S kwam. De eerste 500 exemplaren hadden een vlakke vloer en uitwendige motorkapsloten. Deze eerste exemplaren zijn daardoor zeldzamer en dus waardevoller dan de latere. In 1964 werd de cilinderwp-content opgetrokken tot 4,2 liter. De Series 1 kreeg een topsnelheid van 241 km/u.

Alle E-types kregen onafhankelijke wielophanging en bekrachtigde schijfremmen op de vier wielen, twee ongewone voorzieningen voor die tijd. De 3,8 l-versies hadden met leer beklede kuipstoelen, een centraal geplaatst instrumentenpaneel van aluminium, dat vanaf 1963 in vinyl en leder werd uitgevoerd, en een manuele vierversnellingsbak zonder Synchromesh in de eerste versnelling.

De 4,2 l-versies hadden comfortabelere stoelen, verbeterde remmen en elektronica en Synchromesh op de eerste versnelling. Verder voerde de 4,2 Jaguar 4.2 Litre E-type op het kofferembleem terwijl de 3,8 simpelweg Jaguar vermeldde.

In 1966 werd ook een 2+2 coupéversie toegevoegd. Deze had een verlengde wielbasis en kon verkregen worden met een automatische versnellingsbak.

Er werden van 1961 tot 1967 38.412 modellen geproduceerd.

 

Series 1 1/2

Van 1967 tot 1968 werd een tussenserie met de niet-officiële naam 1 1/2 gebouwd als overgangsfase. Deze modellen hadden een grote gelijkenis met de Series 1 maar hadden op het einde niet meer de met glas bedekte koplampen en andere bedieningshendels. Geleidelijk werden uitrustingen van de op til staande Series 2 toegevoegd terwijl het koetswerk altijd dat van de Series 1 bleef. Bij Jaguar zelf vielen deze 1 1/2’s gewoon onder de Series 1.

 

Series 2

 

Door DeFacto – Eigen werk, CC BY-SA 4.0,

De Series II, van 1969 tot 1971 geproduceerd, kreeg koplampen zonder glasbedekking (de lampen van de Series 1 hadden problemen met wasemen gekend), een rond de achterzijde geplooide achterbumper, verplaatste en grotere richtingaanwijzers, naar onder de bumper verplaatste achterlichten, verbeterde koeling met een groter radiatorrooster en verbeterde remmen. Ook het interieur werd hertekend. Er kwamen nieuwe bedieningshendels, comfortabelere stoelen en optioneel airco en stuurbekrachtiging. Ook de Series 2 was als FHC, OTS en 2+2 te verkrijgen.

Er werden van 1969 tot 1971 22.916 modellen geproduceerd.

Series 3

 

De Series III, van 1971 tot 1974 gebouwd, kreeg de nieuwe Jaguar 5,3 liter V12 onder de motorkap, samen met verbeterde remmen en standaard stuurbekrachtiging. De FHC werd stopgezet en de Series 3 was enkel nog als OTS cabriolet en 2+2 coupé te verkrijgen. De OTS gebruikte daarbij ook het verlengde chassis van de 2+2. De Series 3 onderscheidde zich verder met een ander radiatorrooster, omrande wielkasten en V12 op het koffer embleem.

Er werden van 1971 tot 1974 15.287 modellen geproduceerd.

 

Model

 

model Busch art. nr. 9838120 word aangegeven als bouwjaar 1961 serie 1, maar is een serie 3.