Laag dikte voor resin printers

 

Tijdens het printen kunnen lijnen ontstaan die met een bepaalde regelmaat terug komen. We willen natuurlijk een zo glad mogelijk vlak krijgen met printen. Wat is hier de oorzaak van. Hiervoor moeten we de wiskunde in met de formule

 

artan=laaghoogte/pixelgrote

 

 

hier zien we een pixel grote uitgezet tegenover de laagdikte

Dit geeft de volgende printresultaten onder verschillende hoeken. We zien dat bij 32.41 dat de vertanding regelmatig is en bij iedere andere hoek onregelmatig de pijlen wijzen de onregelmatigheid aan. Deze onregelmatigheid veroorzaakt de onregelmatigheid in de print.

De pixelgrootte is een vast gegeven laten we zeggen dat deze 0,051 is. Vullen we dit in in de formule dan krijgen we invullen voor een hoek van 45 graden

artan x laagdikte 0,05 mm / pixelgrootte 0,051 = 44,4327366

dit zou dus de ideale hoek zijn om het vlak glad te krijgen echter het haakse vlak staat nu niet onder de ideale hoek wat zou resulteren in een onregelmatig oppervlak voor dat gedeelte. willen we echter dat voor alle vlakken de hoek ideaal is dan verhogen we de laagdikte naar 0,051 en dan geldt onder een hoek van 45 graden de vlakken regelmatig geprint gaan worden.

De pixelgrootte verschilt per type printer en is te vinden in de specificaties.

Enkele voorbeelden

  • Anycubic Photon Mono 0,051 micron
  • Anycubic Photon Mono 0,051 micron
  • Anycubic Photon Mono 0,050 micron

 

terug naar de pagina gebruik van resinprinters