Geschiedenis
Auto-Union is een Duitse autofabriek die ontstond uit de fusie van de merken Audi, DKW, Horch en Wanderer onder invloed van de depressie van de jaren dertig in 1932. Alle vier de fabrieken stonden in Saksen, onder meer in Zwickau en Chemnitz. Na de fusie bleven de merknamen in gebruik. Alleen voor de racewagens, die van 1933-1939 werden gefabriceerd, werd de naam Auto Union gebruikt.
Vanwege de tweede wereldoorlog werd in mei 1940 de bouw van personenauto’s gestaakt; tot 1945 werd de Sd.Kfz. 222 door Audi geproduceerd, een lichte pantserwagen. In de loop van de oorlog werden de fabrieken zwaar gebombardeerd, en op 17 april 1945 werd de fabriek in Zwickau door de Amerikanen ingenomen. De Audi-fabrieken lagen echter alle in Saksen, dat viel onder de Russische bezettingszone, en eind juni van dat jaar vertrokken de Amerikanen.
Pogingen om de autoproductie in het Oost-Duitse Saksen na de tweede wereldoorlog weer op te starten mislukten definitief in 1948. Maar ex-werknemers van Auto Union richtten het merk in 1949 opnieuw op, ditmaal in het Beierse Ingolstadt, en begonnen personenauto’s te bouwen onder de merknaam DKW. In 1957-1959 werden verschillende vernieuwingen doorgevoerd. Daimler-Benz verwierf een meerderheid in de aandelen. De auto’s kregen de naam Auto-Union, de personenauto’s werden gemoderniseerd en er werd ook een moderne sportwagen in productie genomen, de Auto Union 1000 Sp.
In 1965 werd Auto Union door Mercedes verkocht aan Volkswagenwerk AG, waarna de vooroorlogse merknaam Audi weer werd opgepakt.
In 1969 werd ook NSU inclusief zijn slagzin “Vorsprung durch Technik” aan Auto Union toegevoegd, waarna het bedrijf Audi NSU Auto-Union A.G. ging heten. In 1985 veranderde de bedrijfsnaam in Audi A.G.