Geschiedenis
De eerste Benelux-treindiensten werden in 1957 verzorgd door de Beneluxtreinstellen, een speciaal hiervoor gebouwde versie van het Nederlandse materieel 1954 (“Hondekop”), die geschikt was voor de Nederlandse bovenleidingsspanning van 1500 volt en de Belgische van 3000 volt. Deze treinen hadden een donkerblauwe kleur, met een gele band aan de onderzijde (tot 1974 lichtgeel). Van dit treintype waren twaalf tweewagen treinstellen beschikbaar. Acht nam de NS voor zijn rekening (nr’s 1201-1208) en vier (nr 220.901-904) werden door de NMBS aangeschaft. Dit had te maken met de verhouding van af te leggen kilometers op het grondgebied van Nederland en België. In Nederland waren deze treinen inzetbaar met al het elektrische stroomlijnmaterieel, in België kon het echter niet aan Belgisch materieel koppelen.
Het voordeel van de keuze voor treinstellen (toen nog ongebruikelijk bij internationale treinen) en later voor trek-duwtreinen was, dat er zo eenvoudig kon worden kopgemaakt in de eindstations en in Antwerpen-Centraal, wat met een gewone getrokken trein veel tijd zou kosten. Verder werd er tot Spoorslag ’70 gecombineerd gereden met de trein Amsterdam – Roosendaal – Vlissingen vice versa, want de blauwe Beneluxhondenkoppen konden met de groene binnenlandse Hondekoppen in treinschakeling rijden. Deze trein werd dan gesplitst of samen gevoegd in Roosendaal. De eerste jaren gold een uurdienst Amsterdam – Antwerpen, waarbij eens per twee uur werd doorgereden naar Brussel. Later gold de uurdienst over de gehele route. In Nederland reed de Beneluxtrein als gewone sneltrein (vanaf 1970 intercity), ook bedoeld voor binnenlandse reizigers. In België had de trein in de beginjaren een aparte status, maar bij de invoering van het IC-IR-plan in 1984 kreeg de Beneluxtrein ook daar een rol in het binnenlands verkeer.
Elke rijtuigbak had zijn eigen stroomafnemer op de kop. Zij waren verschillend, bij de ABk was een Nederlandse stroomafnemer, bij de BDk was een Belgische (hoger reikende) stroomafnemer aangebracht.
Aan de grens werd dus niet de tractie-installatie omgeschakeld en werd de met het land corespenderende stroomafnemer opgezet. Dit gebeurde ten zuiden van Roosendaal, waar de trein een ‘stroomloze sluis’ passeerde.
De sluis ten zuiden van Roosendaal meer hier over is te lezen in de aflevering Essen over het verhaal over Roosendaal
Het treinstel was koppelbaar met andere hondekoppen van de NS en mat. 46. Het was ook veel te zien in verschillende samenstellingen in Nederland.
De Rijtuigindeling van de Benelux bij de indienststelling van dit materiaal.
BDk
Achter de machinistenruimte bevindt zich een grote bagageruimte, waar ook een werkplekje is voor de conducteur. Verder een open tweedeklas afdeling met 48 zitplaatsen, een balkon met twee toiletten en nog een open tweedeklas afdeling niet-roken voor 16 reizigers.
ABKk
Meteen achter de machinistenruimte is een afgesloten coupé voor de marechaussee. Vervolgens een toiletruimte, drie afsluitbare coupé’s eerste klasse elk voor 6 reizigers en dan een keuken. Tenslotte nog een tweedeklas afdeling voor 16 reizigers.
Kleuruitvoering
Bij aanvang waren de treinen diepblauw uitgevoerd met zandgele biezen. Voor de officiële in dienststelling stonden er in de bies de letters BNS Tijdens de revisie in 1973 en 1974 veranderde de kleur van de gele band van crèmegeel naar NS geel. Verderwerd de douane-afdeling vervangen door een coupe eerste klasse, bij de BDK werd het balkon vergroot door het laten vervallen van een van de toiletten. Op het dak werd extra bekabeling aangebracht vanwege automatisering van de deursluiting. Ook monteerde men het derde frontsein op de neus. De laddertjes op de neuzen bleven bij deze blauwe treinstellen gewoon aanwezig.
In 1981 en 1982 werden de keukens vervangen door eindcoupé’s 2e klas. De bekleding in de eerste klas was gemaakt van groene trijp en in de tweede klas bestond deze uit blauw/grijze skai. Tijdens deze revisie veranderd de kleur van van de bekleding in de tweede klas in rode skai.
Vertrekkend uit Leiden richting Amsterdam
Model.
Voordat het model op de markt kwam had Mastica ombouw setjes op de markt gebracht met de juiste indeling waarmee men een Lima hondekop kon ombouwen naar een benelux hondekop 1:100. De attributen voor de dak aanpassingen komen uit een witmetaal setje van Spoorcuriosa, De koptrapjes komen van Philotrain.
Philotrain bracht als eerste dit model op de markt in 2010. Voor 2200 euro werd men eigenaar van een exemplaar
- 870/61-1 NS 1201 Hondekop Benelux met zandgele banden (34 stuks)
- 870/61-2 NMBS 220.902 Hondekop Benelux met zandgele banden (10 stuks)
- 870/61-3 NS 1204 Hondekop Benelux met donkergele banden (24 stuks)
- 870/61-4 NMBS 220.903 Hondekop Benelux met donkergele banden (10 stuks)
Piko bracht dit model uit in 2011
Dit model heeft zowel de crème als de gele bies en de nummering is zowel van de NS als de NVBS.
Wil je met dit model gekoppeld rijden dan is er hiervoor bij artitec bouwsets van de Scharfenbergkoppelingen te koop
Pimpen van het Piko model
het karakteristieke bovenste trekoogje op de neus. Eerst met een 2.2 boortje er iets uithalen, daarna met een 2.5 boortje een ‘ringetje’ er uit zo diep als de dikte van je glas en de frontseinen opgeboord en nieuw glas er in welke precies opmaat geponst is met de Rivits tool van RZ Tools
De Frie lampringen bevestigt en het glas met KristalKlear vastgelijmd
Deze foto laat fraai het effect van de nieuwe seinglazen zien. Door het inkorten met 1mm en een likje gele verf aan de achterkant ( in het print-bakje ) ‘zie’ je de ‘lampen’ zitten achter het glas.
Van Artitec zijn koersborden los te koop zowel in tijdperk III als IV. Karst maakte voor de bestemmingen een dycal. Deze kan je bestellen ovv D-MAT57-KOERS Decal set met 7 paar koersborden voor beide eindbestemmingen van de Benelux Hondekoppen via info@sleutelspoor.nl
De bestemming Amsterdam
en de bestemming Brussel
FRIE heeft een messing setje ter verbetering van de pantograven. Het schuitje van Frie met daarna de ronde isolatoren aangebracht. Een uiterst simpel en goedkoop karweitje. Ribbels afsnijden, 0.5mm gaatje boren, 4mm lang stukje 0.5mm verenstaal in de gaatjes steken, Viessmann isolator 2 maal de 2 buitenste ringetjes afsnijden, op de verenstaaltjes prikken, drupje secondenlijm en klaar !
Het schuitje van de Nederlandse pantograaf is anders dan de Belgische
Hier de originele en gemodificeerde pantograaf naast elkaar
De bovenkant van de draagbalken weggevijld. Verder de panto mat donkergrijs geschilderd. Ook hier zijn de veren verwijderd en met het blikje aan de onderkant in positie gezet.
Bij de koppelingen de immense BNL koppeldoos aangebracht. Bovenste stripje van de bestaande koppeling afgezaagd, en er een stukje op maat gezaagd en gevijld kwartrond voor in de plaats geplakt. Alvast de later lastig te bereiken delen zwart geschilderd. En de gaatjes voor de slangen al geboord.
De ‘slangen’ aangebracht. Er zitten er nu 4 op: 2 x lucht en 2 maal stuurstroom. Ergens hoort nog een dunne lucht voor het ontkoppelmechanisme…
Hier de tekst op de koppeldoos aangebracht met een door Karst gemaakte transfer Deze is ook te bestellen op info2sleutelspoor ovv. D-KOPPELDOOS-BL. Decal vel met ca. 30 setjes Koppeldoos opschriften voor blauwe koppeldozen
Alle modificaties in 1 foto gevangen: Frontseinen, bovenste koppeloog, vergrootte koppeldoos, koppeldoos transfer, kopellingsslangen/-leidingen, FRIE schuitje op de panto, isolatoren aangebracht, treeplanken afgezet mel alu-strip en koersborden met opschrift.
De sluitlichten werken ook
in profiel. Mooi te zien zijn de koppeldoos, slangen/leidingen, schuitje en isolatoren.
Voor diegene die de stroomafnemers niet wil ombouwen levert Philotrain de goede pantografen voor de Benelux. de Belgische en de Nederlandse stroomafnemer
de Belgische kant. Aan de panto’s zitten pennetjes waarvoor gaatjes in de kano’s geboord moeten worden. Eerst het middengat uitboren naar 2.5mm, dan een beetje verf of stift aan de onderkant van de pennetjes en een afdrukje maken. Dan 0.7mm gaatjes er in boren.
idem aan de NS kant. Let wel op, de gaatjes zitten niet op dezelfde plaatst als bij de NMBS kant !
De gestreken Belgische stroomafnemer. Deze mocht nooit opstaan in Nederland.