Busstation Rehbrück

 

Alex Huijskes heeft dit voormalige stationsgebouw laten plotten. Het doet dienst als wachtkamer van het busstation van Rehbrück. Onderstaand vertelt hij over de realisatie.

Inhoud
Inleiding
Bouw van de wachtkamer
Het gebouw heeft zijn plek gekregen in het landschap

Inleiding
In dit document wordt een gebouw gepresenteerd voor mijn Oost-Duitse FREMO-station Rehbrück.
Het is de wachtkamer van het busstation. Bij het grootbedrijf was dit het ontvangstgebouw van een klein spoorwegstation, genaamd Suhl-Friedberg en gelegen aan de spoorlijn Suhl – Schleusingen in de Duitse deelstaat Thüringen. Dit stationsgebouw is reeds lang geleden gesloopt. Ik heb het nooit gezien. Mijn basismateriaal bestaat uit een originele afdruk van de bouwtekening uit 1910 en een foto in het boek “Steilstrecken in Thüringen” van de uitgever Eisenbahn Kurier. Afbeelding 1 toont een deel van de bouwtekening.

1. Selectie uit bouwtekening station Suhl-Friedberg

Dit artikel is wat beknopter van samenstelling dan diverse andere bouwbeschrijvingen van Rehbrück. Ik wil qua modelbouwtips en -ervaringen niet te veel in herhaling vallen. Daarnaast kan ik minder foto’s laten zien en niet alle details toelichten, omdat ik bij de bouw in 2005 minder heb vastgelegd dan ik tegenwoordig doe. Toch denk ik dat de beschikbare informatie de moeite waard is om gelezen en bekeken te worden.

Bouw van de wachtkamer
Het gebouw is getekend in AutoCAD in 1:100. Omdat de originele tekening in dezelfde schaal is uitgezet, zijn tijdens het tekenen geen omrekeningen nodig. Dit behoudens dat de maten in AutoCAD uitgezet worden in decimeters, waar de originele tekening meters vermeldt. Tekenen in 1:1 in decimeters leidt na omrekenen met factor 100/87 tot schaal-millimeters in 1:87.

De wanden bestaan grotendeels uit drie lagen. De graveerlijnen in de buitenlaag dienen als begrenzing voor het schilderen van het vakwerk. In de uitspringende ondermuur zijn natuurstenen gegraveerd. Die zijn individueel getekend en met een hatch AR-sand van onregelmatige putjes voorzien. Na afronden van het tekenwerk en een grondige controle is de tekening naar 1:87 geconverteerd, zijn de tekenlagen naast elkaar gepositioneerd en is tenslotte de plotfile aangemaakt. Voor elke stap wordt de tekening naar een nieuw bestand gekopieerd, zodat ik altijd stappen terug kan.

De plotfile bevat één tekenlaag met alle snijlijnen en één met de graveerlijnen. Als afsluitende actie worden de onderdelen die getekend zijn met een matrix- of hatch-functie omgezet naar individuele lijnen, zodat de plotter ze kan verwerken. Dit doe ik op het laatste moment, om indien nodig nog makkelijk correcties te kunnen aanbrengen in de tekening.

Na het uitsnijden van de plot liggen de onderdelen voor de wanden op tafel. Afbeelding 2 toont een gedeelte hiervan. De snijranden worden vlak gevijld en de lagen worden los op elkaar gelegd ter controle.

Het bovenste deel van de voorwand en van de linker zijwand is uitgevoerd met een verticaal lattenwerk, aan de onderzijde afgesloten met een houten rand die het regenwater afleidt. De rand wordt gedragen door steunen die in het vakwerk steken. De plaats van de latten zijn in de plot gemarkeerd met graveerlijnen, zodat het niet al te moeilijk is om Evergreen profielen op de juiste plek te krijgen. Bij het lijmen kwamen de dunne profielen echter niet altijd in een volledig rechte lijn te liggen. Door direct na het lijmen een stalen liniaal langs elk profiel te leggen, zijn die afwijkingen goed te corrigeren. De rand aan de onderzijde en de steunen komen uit de plot. Op afbeelding 2 zijn genoemde onderdelen op de linker zijwand aangebracht en op afbeelding 3 zijn deze geschilderd.

 


2. De wanden worden opgebouwd

De lagen die samen de vensters gaan vormen worden aan elkaar gelijmd. Nu wordt het tijd om te gaan schilderen. Voor dit gebouw is bijna uitsluitend Humbrol verf toegepast. De vensters zijn wit geschilderd met kleur 34. Eigenlijk een beetje te mooi voor DDR-begrippen, maar incidenteel werd er wel geschilderd. Dus het kan. De wanden hebben de lichtbruine kleur nr. 93 gekregen, waarna het vakwerk is aangebracht met chocoladebruin nr. 98. Zie afbeelding 3. Het was niet altijd eenvoudig om bij het schilderen van het vakwerk de graveerlijnen terug te vinden. Dit heeft geleid tot wat correcties over en weer langs deze lijnen. Achteraf valt dit niet meer op. De deur wordt geschilderd met Humbrol 62.

3. Schilderwerk

Het bovenste deel van de rechter zijwand wijkt af van de linker zijde, zie de afbeelding 3 en 4. De rechter zijwand bevat bovenin twee vensters en bezit een pannendak met goot om het regenwater af te leiden.
De dakpannen op dit gebouw zijn van het type Biberschwanz in de kleur rood. Ik heb hiervoor een dakpannenplaat van Kibri gebruikt. De individuele pannen op de onderste rij zijn rond gemaakt met een driehoekig vijltje. Dat ziet er veel beter uit dan een strakke zaagsnede door de plaat.

4. Samenstellen van de wanden

De wanden worden samengevoegd tot het gebouw. De verstek geschuurde hoeken passen goed en behoeven nauwelijks geplamuurd te worden. Nu volgt het plaatsen van de natuurstenen ondermuur. Deze muur staat onder een kleine hoek ten opzichte van de vakwerkmuur. In afbeelding 3 is te zien dat onderop de buitenmuren een dikke en een dunne rand is aangebracht om deze vorm erin te brengen. De specifiek gevormde hoeken van de ondermuren hebben bij het tekenen de juiste vorm gekregen. Alleen links en rechts van de toegangsdeur moest de opening met plamuur worden opgevuld. De natuurstenen zijn individueel geschilderd met een mengsel van Humbrol 27 en 67. Met nr. 64 is een dry brush aangebracht. Diverse onderstaande afbeeldingen tonen deze muren.

5. Het dak komt erop

Het grote dak komt nu op het gebouw. Dit bestaat uit een onderlaag van wit polystyreenplaat uit de plot en een bovenlaag bestaande uit de al genoemde Biberschwanz dakpannenplaat. De boeiboorden komen uit de plot, de dakgoten en regenpijpen zijn van Auhagen. Er is wel een en ander aan zaagwerk verricht om de goten en pijpen passend te krijgen. Afbeelding 5 toont de aanleg van het dak.

6. De wachtkamer rechtsachter

Afbeelding 6 presenteert de achterwand en de rechter zijkant. Het gebouw ziet er voor Oost-Duitse begrippen nog veel te mooi uit. Op een later moment zal het gebouw verouderd worden. Vensterbanken uit Evergreen profiel maken de raampartijen af.

7. Zijwand met afdak

Op afbeelding 7 kijken we op de rechter zijwand met het karakteristieke afdak. Links is een samengestelde PVC-regenpijp te zien die het water van twee dakdelen afvoert. Conform de foto van het originele gebouw is een deel van het stucwerk van de schoorsteen verdwenen. Op de kale plek zijn rode bakstenen te zien.

8. Voorportaal met kantoor voor kaartverkoop

De uitbouw aan de voorzijde, afbeelding 8, heb ik bestemd voor de kaartverkoop. Ik heb het vermoeden dat dit in het originele gebouw ook zo was. Tussen de voordeur en de wachtruimte bevindt zich gang met deur / loket naar de ruimte voor de kaartverkoper. Deze beambte kan tevens een oogje in het zeil houden in het gebouw. In afbeelding 9 kijken we recht op het voorportaal.

9. Straatzijde met toegangsdeur

Het dak is nat in nat geschilderd met rood nr. 60 en grijs nr. 27. De hoeken tussen het hoofddak en het dak van het voorportaal zijn afgedekt met aluminiumfolie, dat met Humbrol 53 gekleurd is. Zie afbeelding 10.

 

10. Voorportaal met gang naar de wachtruimte

Op de foto van het origineel is op de linker zijmuur een leiding zichtbaar die de grond in gaat. Ik weet niet of dit een kabel voor de stroomtoevoer is of een wellicht een afvoerbuis van een wasbak. Ik heb deze leiding ook uitgebeeld. Zie afbeelding 10, 11 en 12. De leiding heeft later een vies uiterlijk gekregen met een nat-in-nat opgebrachte roestkleuren van Vallejo, te weten 70.301 en 70.302.

11. De wand tegenover het treinstation

De laatste foto van de rondgang om het gebouw, voordat het op de module wordt geplaatst, is te zien als afbeelding 12. Voor de stabiliteit tijdens de realisatie is het gebouw samengesteld op een plaat triplex van 5,5 mm dikte. Deze plaat is op maat om ingebouwd te worden in het landschap.

12. De zijde die grenst aan het treinperron

De inrichting van de wachtkamer is sober gehouden met twee banken en een potkachel. Enkele reizigers wachten op het arriveren van hun bus. Zie afbeelding 13. De blokjes links en rechts op de muur zijn plastic kapjes die een magneet bevatten waarmee het dak vastzit. Onder het dak zijn ook magneten in zulke kapjes gemonteerd. De kapjes verzwakken, vanwege de gecreëerde afstand, de onderlinge aantrekking tussen de magneten op wand en dak, waardoor het dak er makkelijk af te halen is. In mijn latere ontwerpen beperk ik de aantrekkingskracht tussen wand en dak door een magneet aan het ene deel op een stuk ijzer aan het andere deel te monteren.

13. In de wachtkamer

In afbeelding 14 zijn onder andere de kachel en de binnendeur naar de gang te zien. Het plafond van het voorportaal is vastgelijmd op de wanden.

14. Een eenvoudige kachel verwarmt de ruimte

De wachtruimte wordt verlicht met een staaflampje waarvan de lichtopbrengst door een weerstand wordt beperkt. Met een aangesoldeerde staaf die in de schoorsteen steekt wordt de lamp in positie gehouden. Onder het dak bevindt zich een stuk aluminiumfolie dat voor een betere verspreiding van het licht zorgt en voorkomt dat het dak te warm kan worden. De gang in het voorportaal wordt verlicht met een koud-witte 3 mm LED, die met een watervaste viltstift enigszins geel is gekleurd. Daarmee is het licht wat warmer geworden. Warm-witte SMD-LED’s waren nog niet algemeen verkrijgbaar toen dit gebouw is gerealiseerd. De bedrading loopt door het schoorsteenkanaal. Zie afbeelding 15.

15. Verlichting in wachtruimte busstation

In afbeelding 15 is ook te zien dat het dak afgedicht wordt met driehoekige platen. Die zorgen voor sterkte van het dak en maken de overgang tussen muur en dak lichtdicht. Profielen versterken de lijmnaden.

16. Reparatie

Bij het maken van de afsluitende foto’s voor dit artikel viel me op dat de vakwerkbalk over de vensters aan de linker zijde bol stond. Zo bol, dat er eenvoudig wat secondelijm achter te smeren was. Na enige tijd aandrukken was het probleem verholpen. Zie afbeelding 16 en 19.

Het gebouw heeft zijn plek gekregen in het landschap
De wachtruimte van het busstation van Rehbrück staat naast het stationsgebouw voor de treinen.

17. De wachtruimte van busstation Rehbrück

Het feitelijke busstation ligt vóór de rand van de module en is derhalve niet te zien. Wel is een haltebord voor het gebouw geplaatst. Ik had niet direct een beeld hoe een Oost-Duits haltebord eruit ziet. Enig speurwerk op het internet leerde dat in de DDR dezelfde borden gebruikt werden als in West-Duitsland, zie afbeelding 17. Omdat de haltepaal dicht op de rand staat, is hij robuust uitgevoerd. In een stalen ring is een sleuf gevreesd, waarin een verkoperd stalen staafje is gesoldeerd. Het gat in de ring is gevuld met een stukje rondhout. Na plamuren en schilderen zijn op de computer gemaakte halteborden opgeplakt.

18. Bij de bushalte

Van dit gebouw is het houtwerk in goede staat. Wel is het gebouw stoffig en vuil, zoals de afbeeldingen van hoofdstuk 3 laten zien. Het dak heeft een wash en een dry brush gekregen, de muren diverse dry brushes.

19. Wachten op de bus

Het pleintje links van het gebouw heeft een internationale samenstelling, met een DDR-telefooncel uit Denemarken (EpokeModeller), een historische kinderwagen die is gebouwd uit een Franse kit (Atelier Belle Époque) en een monumentale lantaarn afkomstig uit Australië en eigenlijk bedoeld voor de Britse markt (DCC Concepts). Zie afbeelding 19.

De kit van de kinderwagen kwam ik op een beurs tegen en is direct aangeschaft. Het is een stukje nostalgie. De wagen heeft gelijkenis met de kinderwagens die in mijn jeugd over straat werden gereden. In een land waar de vooruitgang ver te zoeken was, zal zo’n wagen nog lang gebruikt zijn. Een referentie hiervoor is afbeelding 20, gefotografeerd in het begin van tijdperk V. De kinderwagen zal naar verwachting ongeveer even oud zijn als de afgedankte gasfornuizen en lijkt dus prima geschikt voor Rehbrück, dat in de tijdperken III en IV wordt ingezet. De kwaliteit van de in afbeelding 20 getoonde straat was zeker geen uitzondering in de DDR. Gelukkig voor de baby hangt de bak enigszins verend in het onderstel…

20. Sfeerbeeld van de DDR in mei 1992, gasfornuizen bij het grootvuil in Saalfeld

Het is mooi weer; moeder heeft ervoor gekozen om buiten te wachten. Dat scheelt gedoe met de drempels in de wachtruimte. De bus inhijsen wordt ook nog een dingetje, maar daarbij zal ze wel hulp krijgen van anderen. Er komt juist een buurvrouw aanlopen die de baby wil zien. Daar is nog wel even tijd voor. Afbeelding 19 toont dit tafereel.

De kinderwagen is overigens een heel filigraan bouwpakket in nieuwzilver. Niet echt een kit voor beginners. De verbinding van de bak met het onderstel vond ik te kwetsbaar voor plaatsen van de kinderwagen op de module. De zwakke maar natuurgetrouwe verbinding is op bijna onzichtbare wijze onder de wagenbak versterkt met een aanvullende verbinding.

Bij de eerste inzet van Rehbrück met het afgewerkte tafereel merkte een vriend op dat de telefooncel ondersteboven stond. Een signaal dat de ogen achteruit zijn gegaan, want het was me ontgaan. De grijze onderkant had ik geïnterpreteerd als mastiek op het dak. Inmiddels is deze fout gecorrigeerd. De openingsfoto van deze beschrijving laat de juiste opstelling zien.