Afdeking van de lading door een dekzeil

Afdeking van de lading door een dekzeil

In het begin van de vorige eeuw kon je in de gemengde goederentreinen, die toen nog gemeengoed waren, rongenwagens en plattewagens tegen komen die een lading onder dekzeil vervoerde. Soms was duidelijk te zien wat er onder het zeil verborgen zat, maar in de meeste gevallen was het raden wat er onder dat zijl kon zitten.  Door de spanbanden en touwen die het zijl tegen opwaaien beschermde kreeg de lading vaak een bizar uiterlijk en was de lading ondefinieerbaar. Het zijl volgde de contouren gedeeltelijk. In model gaan we ook zo iets na bootsen.  De modelspoorfabrikanten brengen in de meeste gevallen hun rongen- en plattewagens zonder lading op de markt. Lege wagens verdienen geen brood en daarom gaan wij deze wagens van een lading onder dekzeil voorzien.

Het voorbeeld. Het gezaagde hout onder deze dekzeilen is niet geheel beschut tegen de weersinvloeden Doordat er verschillende zeilen op deze K-s gebruikt zijn is de afsluiting niet optimaal

De S-LWO of Kb-s staat weer eens model.

De standaard maten.

Ook deze wagen is geschikt voor een lading onder dekzeil.

Daar de lading van machineonderdelen niet direct blootgesteld mag worden aan de elementen is de lading op deze Kb-s strak onder zeil verborgen. Er is duidelijk te zien wat de belading is onder het zeil.

Nog een voorbeeld van een belading onder zeil. (Jan Dul)

Deze Roco Kbs gaat  de last dragen.

Als je om je heen kijkt, b.v. tussen de verpakkingen die gebruikt worden in de super, kom je van alles tegen wat voor de modelbouwer bruikbaar is. In deze verpakking zat de saus die bij voorverpakte sla zat. Goed schoon maken, opmaat knippen en van een bodem voorzien die perfect tussen de wanden van de wagen past.

Na enkele onderstop balken onder de `bodem` van de lading te hebben gelijmd, het geheel in de blauwe matte verf spuiten ziet er nu al goed uit De lading opsluiten met stophout. Ik gebruik hier van die lange lucifers voor. Styreen balken van  Evergreen doen het ook goed. Hierna de rongen opzetten en de lading zekeren met touw en/of spanbanden. Ik gebruik voor het touwwerk het zgn onderbroeken elastiek wat bij oa de Hema verkrijgbaar is.

Hierna kan het dekzeil voorzien worden van een firma naam of ander opschrift en de witte touwen schreeuwen om een vervuiling.

Door een verwering met verdunde zwarte verf op het dekzeil en de touwen aan te brengen komt het geheel wat realistischer over. Sfeerplaatjes.     De 2530 met een beladen rongenwagen. Deze belading is weer geheel anders als hier boven beschreven en zal daarom in een ander artikel aan bod komen.(Jan Dul)

Wie regelmatig bij een van onze museumorganisaties, zoals de SSN, VSM, MBS en/of de SGB op bezoek gaat, zal het opvallen dat zich op de sporen van het depot stukken staan die goed bescherm tegen de weersinvloeden onder zeildoek staan. Deze onder zeildoek verborgen museale stukken vallen meestal onder de categorie waardevol en onvervangbaar! Maar door geld en tijdgebrek en onvoldoende beschermde ruimte worden deze stukken dan tot betere tijden opgeborgen onder deze dekzeilen. Door de aangebrachte spanbanden en touwen, die het zeil tegen opwaaien moeten beschermen, krijg de lading vaak een bizar uiterlijk In de meeste gevallen maakt dit de lading bizar en voor de argeloze kijker ook nog eens ondefinieerbaar.
Na in de vorige aflevering de lading op een CBS behandeld te hebben gaan we nu een vergasser, ook uit het museumbestand, gebruiken om een kostbare lading veilig te stellen

 

Zo kan men een gedeelte van het nog te restaureren materieel bij een museumorganisatie tegen komen. We zien hier bij de SGB in Goes een voormalige HSM-D, drie blokkendozen, nogmaals een HSM buikje en gevolgd door enkele bakken- en wagens onder dekzeil.

Als het materieel lange tijd buiten staat moet staan en het ook nog eens veelvuldig verplaatst moet worden, wil het zeil de strijd nog al eens verliezen. Bij een nadere beschouwing zijn de contouren van een vier-assige-postwagen waar te nemen. Helaas staat ook deze bak niet op eigen wielen. Op het terrein van de SGB, die een enorme hoeveelheid nog te restaureren materieel heeft, zien we een gerestaureerde Mat’24 en een grote onbekende onder zeildoek staan. Het is de zes-assige slaapwagen die onlangs door de SGB verworven is om tzt dienst te gaan doen in de internationale boottrein die de SGB op de rails wil zetten. Door andere prioriteiten, en tijd en geld gebrek, moet deze bijzondere wagen voorlopig onder zeil gebracht worden tot dat zij aan de beurt is.

Voor deze wagen is een gloednieuw zeil aangekocht en aangebracht. Dit zeil wordt met spanbanden en elastiek op de koppen over de wagen gespannen en op zijn plaats gehouden.

De kop van de wagen. Duidelijke zijn details te zien hoe of dat een en ander op zijn plaats word gehouden. Voor nabootsing in model gaan toch voor de optie uit plaatje twee. Een losse bak op een losse wagen. De NS biedt ons uit de folder een S-HTS aan maar zegt gelijktijdig dat zij ook nog een HTS van 40 ton in de aanbieding hebben. En in model hebben we een bak van een mislukt ombouwproject wat net op de wagen past. Plattegrond van de wagen met de ingeschreven maten. Wij kiezen voor een HTS die in 1 op 1 door Allan is gebouwd, door Jos Blatter als messing bouwpakket is uitgebracht, en een door mij is in elkaar gezette. Mooi model met kettinkjes aan de draaistellen.! Als dekzeil gebruiken we “Smith&Nephew wondverband. Ik heb dit verband van Jan Dul gekregen, maar het is gewoon bij de apotheek om de hoek verkrijgbaar. Als het verband uit de verpakking komt ziet het er zo uit. Wit en steriel!! en zo ziet het eruit als het op kleur gespoten is. Gewoon uit de spuitbus. We hebben dus gekozen voor een museale Allan HTS. Het dek van de wagen moet glad zijn daar de wagenbak op steunbalken = onderstophout moet komen te rusten. Zoals gezegd bestaat de lading uit een coupe rijtuig het welke los op de Allan komt te staan. Deze Coupebak is ontstaan uit een mislukt Bollenspoorproject wat van een Liliput couperijtuig een Nederlandse C6400 had moeten maken. De bak staat op het stophout en word vastgezet met het z.g.n. onderbroekenelastiek uit de HEMA. (de dakontluchters zijn van het type “Frank Kouwenhoven”en zijn gewonen plastic kleding spelden) Zet het spul zo vast dat het eigenlijk geen kant meer op kan. In 1 op 1 blijft het door zijn eigen gewicht goed op de plaats staan, maar dat gaat in model helaas niet op.

Als de bak goed en stevig vast staat leggen we deze even terzijde, maar wel onder handbereik, en knippen dan we een stukje, ter grote van het object, van het blauwgespoten wondverband. We nemen de bak weer ter hand en “plakken” het afgeknipte stukje wondverband over de bak en de sjorringen. Van boven uit het midden naar onder en de zijkanten toe werken. Je ziet onmiddellijk dat het zeer dunnen wondverband direct de vormen van het onderliggende project gaat aannemen.

Na een beetje aandrukken en wrijven over het “zeil” krijgt het project steeds meer een realistischer aanzien.

Een lichte vervuiling aanbrengen verkrijg je door het model even na te bewerken met de spuitbus, luchtkwast of de poederkwast die je even leent van Moeders of je (schoon)dochter.