Metselverbanden

Metselverbanden

Er zijn verschillende metselverbanden die worden toegepast voor het bouwen met stenen. Die hieronder getoonde verbanden worden gemaakt in het formaat van een A4 staand.

Alle metselwerk waar stootvoegen boven elkaar liggen is decoratief metselwerk. Je ziet het blokverband ook nog wel eens als snel neergelegde straatwerk.

 

Halfsteens blokverband

Twee identiek lagen boven elkaar met daarboven op een half steen verspringen ook weer twee identieke lagen boven elkaar

Blokverband

Een “blok” dat door de lagen strekken recht boven elkaar wordt gevormd.

Engelsverband

– een vorm van kettingverband
– het stramien is één kop gevolgd door drie strekken (kop-strek-strek-strek, kop-strek-strek-strek enz.)
– 1e laag begint met een drieklezoor, 2e laag met een kop enz.

Fransverband

bestaat uit 2 koppen gevolgd door een strek, let op de plaats van de koppen
– 1e laag drieklezoor kop kop strek
– 2e laag kop strek kop kop
– 3e laag drieklezoor kop kop strek
– 4e laag kop strek kop kop

Halfsteensverband

– elke laag stenen verspringt één halve steen ten opzichte van de voorgaande
– alleen maar strekken

Klezoorverband

– de lagen overdekken elkaar over de lengte van een klezoor (3/4-steen)
ofwel de lagen verspringen een kwart steen    

Kruisverband of Hollandsverband

strekkenlagen verspringen elke laag een kop
(verschil met staand verband waar niet versprongen wordt)
– koppenlagen liggen boven elkaar; strekkenlagen liggen boven elkaar
– na elke laag strekken een laag koppen en andersom
   

Noorsverband

wellicht eigenlijk noords verband omdat het om een metselverband uit vooral Noord-Nederland en Noord-Duitsland gaat en in Noorwegen niet zoveel baksteen is toegepast
het metselverband waarbij elke laag uit twee strekken en één kop bestaat en om en om de kop en strekken boven elkaar liggen zodat de koppen “boven elkaar” een soort ketting vormen
– na elke twee strekken een kop
– de kop ligt boven de voeg tussen de stootvoeg van de twee strekken
– om en om liggen de lagen exact boven elkaar

Vlaamsverband

alle lagen bestaan uit kop-strek-kop-strek enz.
om en om wordt begonnen met een drieklezoor

Deze volgt later

Wildverband

Metselverband waarbij de stootvoegen niet op eenzelfde lijn liggen. Dit verband is het nieuwste omdat vroeger de maten van de handgebakken stenen niet alle gelijk waren en dus geen fraaie gelijkmatige stootvoegen op één lijn waren te krijgen.

– max. 4 strekken achter elkaar
– max. 3 koppen achter elkaar
– max. 6 lagen met vallende tand

Tot ca 1940 is er hoofdzakelijk steens dik gemetseld, omdat dat voldoende dik was om de regen buiten te houden (het vocht echter niet). Tot die tijd deed men er alles aan om het metselwerk er zo strak mogelijk te laten bijstaan, ondanks de vaak kromme en onregelmatige stenen. Men paste een platvolle voeg toe met dagstreep (een met de troffel getrokken rechte lijn in de lint- en stootvoeg) en in de duurderen bouw een knipvoeg of een snijvoeg; voegen die wat uitstaken en met de voegspijker strak en recht geboetseerd werden (de snijvoeg is nu can 3 x zo duur als een platvolle doorgestreken voeg).
Na de oorlog bouwde men spouwmuren, dat betekent dat er twee halfsteens muren met een spouw ertussen gemetseld werden. In de ’70 er jaren toen alles vrij werd, van regelgeving tot BH’s, ontstond het wild verband. Een metselaar hoefde niet meer op te letten welke steen hij oppakte; een halve of een hele, als er maar geen stootvoegen boven elkaar kwamen te liggen. Dat was ook goedkoop. Tegenwoordig is wild verband juist weer duurder dan halfsteensmetselwerk.